De Belgische textiel-, hout- en meubelindustrie heeft een moeilijk jaar 2023 achter de rug, maar is voorzichtig positief voor 2024, aldus Fedustria, de beroepsorganisatie van de textiel-, hout- en meubelindustrie in ons land.

De in 2021 ingezette omzetstijging kende in 2023 een kentering, om uit te komen op 11,2 miljard euro (-6,6 % t.o.v. 2022) voor de totale textiel-, hout- en meubelindustrie. Bijna alle productgroepen kenden een omzetdaling, zowel in waarde als in volume. Het verlies aan concurrentiekracht door onder meer de hoge loon- en energiekosten in combinatie met een laagconjunctuur en dalende vraag spelen de bedrijven zeker parten. Dit aangetaste concurrentievermogen heeft bovendien zijn weerslag op de exportprestaties.

Karla Basselier, CEO van Fedustria: “Door de diverse opeenvolgende crisissen en laagconjunctuur worden onze bedrijven uitgedaagd. Hun concurrentiekracht staat onder druk. Maar hoewel de productiecapaciteit in onze sectoren daalde, bleven de meeste bedrijven verder investeren, en innoveren, vooral op vlak van duurzaamheid en circulaire businessmodellen. Fedustria hoopt op een pril herstel van de activiteit vanaf de zomer.”

Naar aanleiding van de jaarlijkse Algemene Vergadering op dinsdag 30 april 2024 in Aalst maakt Fedustria een balans op van het voorbije jaar, met een vooruitblik naar 2024 en verder. De federatie presenteert tevens haar jaarverslag 2023-2024 met een overzicht van de voornaamste acties en realisaties van het afgelopen jaar.

Met de verkiezingen in het vooruitzicht pleit Fedustria voor een coherent industriebeleid op lange termijn en dit zowel op regionaal, federaal als Europees niveau. Bedoeling moet zijn om de concurrentiekracht van onze bedrijven te versterken, de maakindustrie hier te blijven verankeren, talent aan te trekken en verder te evolueren naar een meer duurzame industrie.

Er is dringend nood aan herindustrialisering. De textiel-, hout- en meubelindustrie onderschrijft  de ambities van de Green Deal, maar pleit voor een meer competitief ondernemersklimaat dat de  kosten reduceert, zeker op lonen en energie, om zo meer concurrentieel te zijn in en buiten Europa.

Karla Basselier: “De groene transitie brengt heel wat nieuwe uitdagingen mee voor de bedrijven uit onze sectoren. Zeker voor onze kmo’s die 90 % van onze leden vertegenwoordigen. Een aantal nieuwe ambitieuze Europese initiatieven komen op onze bedrijven af, zoals de Europese textielstrategie en de Green deal. We pleiten voor intelligente maatregelen zonder verregaande en nutteloze rapporteringseisen en onnodige administratieve rompslomp. Laten we ook niet-duurzaam vervaardigde producten van buiten Europa beter controleren. Bovendien zou elke nieuwe regelgeving een kmo-competitiviteitscheck moeten doorstaan.”

Onze bedrijven zetten vandaag volop in op innovatie, duurzaamheid en nieuwe circulaire businessmodellen. Deze circulaire omslag creëert nieuwe opportuniteiten voor de recyclage van textiel en het maximaal gebruik van hout als duurzame grondstof onder andere in de bouw.”

“Om koploper te zijn moet innovatie centraal staan. Begeleiding en financiële steun door de overheid, samen  met voldoende fiscale stimuli, ook voor onderzoek en ontwikkeling, blijven dan ook nodig, zeker voor kmo’s.” Basselier haalt in dit kader ook de essentiële rol van erkende wetenschappelijke onderzoekscentra, zoals Centexbel voor textiel en WOOD.BE voor hout en meubel, aan: “Samen met onze kennisinstellingen en onderzoekscentra staan onze bedrijven mee aan de wieg van innovaties op wereldniveau. We zien dat bedrijven verder blijven investeren (+4,5 % t.o.v. 2022 in de textielsector, en +8 % t.o.v. 2022 in de meubelsector) zowel in product- als in procesinnovatie, en in verhouding met buurlanden scoren we zelfs beter. Dit toont duidelijk aan dat innoveren en risico’s nemen om te blijven groeien in ons DNA zit.“

Voorzitter Jan Desmet (Decospan): “Het niet vinden van geschikte werknemers is één van de grootste bekommernissen van onze bedrijven. Wij worden geconfronteerd met een enorme uitstroom aan ervaring en kennis in combinatie met een te lage instroom aan jong talent. Wij vragen dan ook dat eindelijk werk zou worden gemaakt van een meer activerend arbeidsmarktbeleid.”

“Naast de nood aan jong talent zien we kansen om gepensioneerde werknemers uit onze bedrijven te activeren om kennisborging en -overdracht te stimuleren en opleiding on-the-job meer mogelijk te maken. Sommige werknemers die de pensioenleeftijd bereiken zijn bereid om daartoe hun steentje bij te dragen. Wij pleiten dan ook om het stelsel van flexi-jobs specifiek voor gepensioneerde oud-medewerkers uit te breiden met het oog op die broodnodige kennisoverdracht.”

Fedustria pleit bovendien voor een herwaardering van het beroeps- en technisch onderwijs en ziet daarbij duaal leren als een belangrijk instrument dat verder uitgebreid moet worden. Dit in nauwe samenwerking met de sectorale opleidingscentra, Cobot voor textiel en Woodwize voor hout en meubel. Jan Desmet vervolgt: “Onze bedrijven hebben nood aan goede technisch geschoolde mensen en bieden graag plaatsen voor stages en duaal leren aan. Via mentoren zijn ze perfect in staat om leerlingen optimaal te coachen op de werkvloer. Samenwerking tussen scholen en bedrijven is daarbij essentieel.”

In haar actieplan voor 2024 blijft Fedustria maximaal inzetten op haar jongerenwerking: enerzijds wil ze het imago van de textiel-, hout- en meubelindustrie bij de jongeren verder optimaliseren, anderzijds wil ze meer jongeren warm maken voor een job in de sector. Dit gebeurt onder andere via een jaarlijks trendrapport en aansluitend trendevent onder de noemer WATF (Woodcrafts and Textile Futures – zie watf.news) en via Twiinz.world, een creatieve virtuele wereld waar jongeren aan de hand van challenges spelen, leren en experimenteren met 3D-versies van producten en materialen van de lidbedrijven van Fedustria.

Volgens Fedustria is er ook absoluut nood aan een loonkostenniveau dat de bedrijven toelaat competitief te zijn op de Europese en de internationale markt, wat betekent dat een hervorming van het systeem van automatische loonindexering absoluut noodzakelijk is. Daarnaast hamert de beroepsvereniging op een meer coherent energie- en klimaatbeleid met visie op lange termijn, dat bedrijven zekerheid biedt op vlak van betrouwbare energiebevoorrading, tegen competitieve prijzen. Fedustria wenst vooral dat de transmissienettariefkosten voor de Belgische bedrijven competitiever worden met de buurlanden.

De foto’s zijn van boven naar beneden afkomstig van Laminated Timber Solutions, Nelen en Delbeke, Osta Weaving en Unilin Panels.