De Europese federatie van meubelfabrikanten EFIC heeft samen met de Europese federatie van beddenfabrikanten EBIA en de Europese federaties voor meubelhandelaren en kantoormeubilair (FENA en FEMB) in een open brief de EU om hulp gevraagd. De federaties vragen om een centraal geregisseerd beleid in Europa, want ze zien met lede ogen aan hoe de verschillende lidstaten elkaar voor de voeten lopen.

Dit gebrek aan eenduidigheid leidt tot onzekerheid en problemen, zo betogen de federaties. Uiteraard worden de tekorten aan grondstoffen en de enorm gestegen prijzen voor grondstoffen genoemd als extra uitdagingen voor de meubelindustrie op dit moment. Maar ook logistiek is de situatie in Europa onduidelijk voor fabrikanten. Grenzen open of dicht, snel of langzaam vaccineren, het bemoeilijkt transport maar met name de verkoop van meubelen en bedden. Op 25 maart heeft de EU besloten zoveel mogelijk gezamenlijk de COVID-19 maatregelen te versoepelen, dit wordt door de federaties toegejuicht, maar ze vinden dat het te langzaam gaat. Anders stuur je geen open brief.

De Europese meubel- en beddenindustrie is goed voor een jaarlijkse omzet van 96 miljard euro en biedt werk aan rond de miljoen mensen in 120.000 bedrijven die gevestigd zijn in de EU. Tel daarbij op de meer dan 100.000 meubelwinkels in de EU en we hebben het over een economisch belangrijke sector. Vorig jaar werd er 7,4 procent minder meubilair geproduceerd in de EU in vergelijking met 2019. Daarbinnen waren er aanzienlijke verschillen tussen meubelen voor thuisgebruik (dit aandeel steeg enorm) en meubelen voor horeca en kantoren (dat zo sterk daalde dat de eindbalans uitkwam op deze minus 7,4 procent).

De Europese meubelindustrie is sterk afhankelijk van vrij verkeer tussen de lidstaten en daarbuiten. Alle delen van productie en verkoop in de keten zijn met elkaar verbonden, van toeleverancier tot winkelier, en dit overstijgt landsgrenzen. De toevoer van grondstoffen maakt ook deel uit van deze keten en wanneer er niemand mag laden en lossen vanwege maatregelen die per land van elkaar verschillen dan levert dit problemen op, aldus de federaties aan de EU. Levertijden lopen op en iedereen zit in de problemen. De gestegen grondstofprijzen zijn een extra factor die de productie wanneer de pandemie bedwongen is zal bemoeilijken. En dan mogen in sommige lidstaten de winkels weer open en in andere niet.

Concreet vragen de federaties om het volgende:

-Harmonisatie tussen de lidstaten voor een gezamenlijke, snelle heropening van winkels. Retailers hebben bewezen dat er besmettingsvrij kan worden gewinkeld.

-Zo snel mogelijk iedereen in de EU vaccineren.

-De grenzen weer open voor transport van goederen en services.

-Duidelijke en eenduidige regels voor het organiseren van vakbeurzen voor de meubelindustrie.

Een gelijk speelveld voor bedrijven in alle lidstaten is wat de federaties willen. De federaties doen graag mee aan de European Green Deal op weg naar een circulaire economie, maar verwachten daar dus wel toezeggingen van de EU op de bovenstaande punten voor terug, zo blijkt uit deze brief. Anders kunnen ze de gestelde Green Deal doelen nooit gaan halen, zo betogen zij.