Tijdens een online te volgen persconferentie blikte de organisatie van de Salone del Mobile (7 tot en met 12 juni) vooruit op wat bezoekers mogen verwachten bij hun bezoek aan Milaan. De oorlog in het Oosten werpt een schaduw over de jarige beurs (60e editie) die met name in het teken zal staan van duurzaamheid en betrekken van jongere generaties bij deze belangrijkste meubelbeurs ter wereld.

Maria Porro (foto hierboven), voorzitter van de Salone del Mobile, is blij dat de beurs vorig jaar een compacte editie heeft kunnen houden. Ze ziet deze Supersalone als een opmaat naar een volwaardige editie straks in juni. Ze ontkomt er niet aan om het drama van de oorlog kort te noemen als mogelijke spelbreker voor een echt internationaal treffen, maar benadrukt vooral het menselijke drama dat zich afspeelt in een land niet eens zo heel ver van Milaan. De Salone ondersteunt als beurs humanitaire projecten van de Verenigde Naties in Oekraïne, zo geeft zij aan.

Burgermeester Sala, die tijdens de pandemie de wereld bleef oproepen om Milaan als designstad niet te vergeten, maakt van de gelegenheid gebruik om opnieuw de rol van zijn stad als centrum van creativiteit te benadrukken. Ook noemt hij terloops dat de toehoorders in de zaal van het gerestaureerde Teatro Lirico blij mogen zijn dat ze in vrede leven in een democratie. De gemeente Milaan ondersteunt de Salone met hart en ziel, niet alleen vanwege de handel die de beurs genereert, maar ook als signaal naar de centrale overheid in Rome dat investeringen in vakonderwijs nodig blijven om de Italiaanse meubelindustrie te kunnen voortzetten.

Wethouder Stefano Bolognini roept vervolgens dat Milaan een stad van mouwen opstropen is. “De Salone heeft op zijn beurt onze stad weer geholpen met herstarten en dit zie je nergens anders ter wereld.” Design als Italiaans exportproduct is zeer belangrijk en ook hij roept op tot veel ondersteuning van de meubelsector vanuit alle betrokkenen. Hij bedankt namens de stad de deelnemers aan de afgelopen Supersalone: “Dankzij jullie kan iedereen zien dat de meubelsector nog steeds krachtig is.”

Maria Porro stipt kort de feiten aan voor de 60e editie: 200.000 vierkante meter beursterrein, tegelijkertijd met de Salone zijn er ook vakbeurzen voor keukens (Eurocucina) en badkamers en de SALONESATELITE is verplaatst naar hallen 1 en 3 bij de ingang om de nadruk op de jeugd die de toekomst heeft te benadrukken. Er is een duurzaamheidspaviljoen van 1.400 vierkante meter ontworpen door Mario Cucinella bedoeld als inspiratieplek en ontmoetingsruimte. Opnieuw benoemt ze het belang van het betrekken van jongere generaties bij de beurs (in een zaal vol grijze hoofden): “Zij ontwerpen niet alleen voor nu maar ook voor de toekomst. Duurzaamheid is voor hen geen keuze maar de enige optie. Iedereen moet hen daarin volgen en hen ondersteunen.” De beurs doet dit door het instellen van een schoolbeurs voor 2 personen (1 Italiaanse onderdaan en 1 buitenlander) die studeren aan de Politecnico Milano: de Manlio Armellini Scholarship. Vernoemd naar een van de oprichters van de Salone barst zijn weduwe in de zaal in tranen uit. Grande emozione.

Emiliano Ponzi tekende de zes posters voor de 60e editie waarin via het scannen van een QR code de poster op de telefoon tot leven komt. Ponzi heeft de afbeeldingen in rood, zwart, grijs en wit gehouden: de kleuren van de Salone en van de stad Milaan (sorry, Interisti…). Porro kijkt bewonderend naar hem: “Ik ben een grote fan van je werk, met name het surrealistische element van jouw illustraties.” Ponzi kijkt haar aan, knikt bescheiden en zegt: “Illustreren is het projecteren van een dialoog tussen illustrator en kijker, maar ook tussen kijkers met elkaar.”

Ontwerper Mario Cucinella krijgt ook een microfoon om zijn hoofd en zegt dat we zuinig moeten zijn op het begrip duurzaamheid: “We hebben te weinig woorden tot onze beschikking in onze taal dus slijten we dit woord helemaal af, ook wanneer we het niet oprecht menen. Dus wees er zuinig op.” Hij noemt de ecologische transitie (“Onvermijdelijk en onomkeerbaar. Vissenhuid, mangovezels en bamboe in plaats van hout, leer, metaal en kunststof op oliebasis”), de transformatie van de woning (“Werken en wonen in dezelfde ruimte, dus maak het huis slimmer”)  en de stad als mijn van alternatieve grondstoffen en hergebruik als de thema’s van zijn ontwerp van deze ruimte op de beurs. “De stad als microcosmos, waar alles aanwezig is zodat je niet meer over de hele planeet hoeft te reizen voor ervaringen. Ook dat is duurzaamheid.” Hij besluit met het begrip Groene Diplomatie: internationaal samenwerken om duurzaamheid te bewerkstelligen. Zelf geeft hij het voorbeeld doordat zijn paviljoen na de beurs wordt afgebroken en opnieuw gebruikt kan worden door scholen, buurtcentra en andere openbare instellingen. “We doen nog niet genoeg. Handel is leuk en aardig maar denk aan het delen van kennis en technologie voor grotere doelen dan omzet halen.” Het applaus vanuit de zaal is zuinig.

De jeugd! Dus: SALONESATELITE. Christina Celestino en Sebastian Herkner, inmiddels bekende ontwerpers, deden ooit mee en het was het platform waarvandaan zij hun loopbaan hebben gelanceerd. “We hebben elkaar ook hier leren kennen al waren we niet tegelijkertijd deelnemer. Mijn deelname heeft ervoor gezorgd dat ik nu in Milaan woon en werk”, aldus Celestino. Herkner deed 3 keer mee maar was al in Milaan zo’n 16 jaar geleden als student van zijn designopleiding in Offenbach: “Ik heb hier geleerd om te gaan met fabrikanten en de media. Oud-deelnemers als Christina en ik komen nog steeds terug om het werk van jonge ontwerpers te ontdekken en om hen te steunen. Ondersteun jonge designers, zeker nu na twee jaar geen mogelijkheid om zichzelf en hun werk te laten zien! Werk met hen samen!” Applaus klinkt vanuit de zaal.

De band tussen de Salone en de stad Milaan komt tot uitdrukking in een gala avond voor genodigden in het Scala theater met ballet en in het Palazzo Reale (voor iedereen toegankelijk) met de installatie Scatola Magica (Magic Box) waarin 11 Italiaanse regisseurs beelden en muziek combineren tot een visueel spektakel over jeugd, duurzaamheid (wees toch zuinig op dat woord…), Milaan en de Salone. Regisseur Davide Rampello (in stemmig zwart en met grijze paardenstaart): “Ons uitgangspunt zijn dromen die we weergeven. Dromen als basis van verandering, van wie we willen zijn.” Te zien van 7 tot en met 17 juni in het Palazzo Reale.

Tot slot aandacht voor de handel, want ondanks mooie posters, een mooi paviljoen, de jongere generatie en hun ontwerpen voor de toekomst, ballet en mooie woorden draait het ook in Milaan om de euro’s. Voorzitter Claudio Feltrin van de Italiaanse federatie van meubelfabrikanten Federlegno (de drijvende kracht achter de Salone) noemt als eerste de omzet van de Italiaanse meubelindustrie in 2021: 49 miljard euro, 18,5 procent groei ten opzichte van 2020. “We merkten eind vorig jaar al een druk op de beschikbare grondstoffen, nu is het helemaal lastig ook vanwege de oorlog. De Salone blijft leidend en nodig als ontmoetingspunt voor de internationale meubelhandel, ondanks deze oorlog.” De presentator van deze persconferentie vraagt Feltrin naar het thema duurzaamheid. Feltrin kijkt hem aan alsof hij het in Keulen hoort donderen en zegt: “Duurzaamheid is inmiddels een mantra dat we overal horen. Het is de nieuwe weg die we moeten kiezen. Maar, zoals gezegd, de grondstoffen zijn schaars. Ik hoorde iemand eerder zeggen dat we op zoek moeten gaan naar nieuwe grondstoffen, daar ben ik het niet mee eens. We zullen het vooral moeten doen met wat er nog is, anders loopt onze productie spaak. Dit is een uitdaging en een kans tegelijk: zuinig omgaan met wat er nog is aan grondstoffen. Nieuwe grondstoffen passen nog niet bij onze kwaliteit als Italiaanse meubelindustrie.” Een duidelijk slotakkoord, de zaal applaudiseert luid, staat op en schuifelt naar een verfrissing in de lobby.