Vitra wint juridische strijd om auteursrecht op iconische Eames-stoel
De uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ-EU) markeert een belangrijke overwinning voor Vitra in de strijd om het auteursrecht op de iconische DSW-stoel, ontworpen door het Amerikaanse ontwerpersduo Charles en Ray Eames. De zaak begon toen Vitra, een Zwitserse producent van designmeubelen, de Nederlandse keten Kwantum aanklaagde wegens het op de markt brengen van de ‘Paris’ stoel, die volgens Vitra te veel overeenkomsten vertoonde met hun beschermde Eames-ontwerp.
In eerste instantie verloor Vitra de zaak in de rechtbank, maar in hoger beroep werd Kwantum door het hof toch aansprakelijk gesteld voor auteursrechtinbreuk. Uiteindelijk besloot de Hoge Raad om het HvJ-EU om een oordeel te vragen over de vraag of de wederkerigheidsclausule van de Berner Conventie kon worden toegepast op werken van toegepaste kunst, zoals de DSW-stoel, die oorspronkelijk van buiten de EU afkomstig zijn. Deze clausule, zoals vastgelegd in artikel 2(7) van de Berner Conventie, beperkt normaliter de auteursrechtbescherming tot de regels die gelden in het land van herkomst van een werk.
De uitspraak van het HvJ-EU stelt echter dat de wederkerigheidsclausule niet van toepassing is in de Europese Unie. Het Hof benadrukte dat de Europese auteursrechtregels in de InfoSoc-richtlijn geen onderscheid maken tussen werken op basis van hun land van herkomst of de nationaliteit van de auteur. Volgens het Hof is de harmonisatie van auteursrechtelijke bescherming binnen de interne markt het primaire doel van de richtlijn, en het toestaan van de wederkerigheidsclausule zou dat doel ondermijnen. Een uniforme benadering voorkomt dat niet-EU-werken van toegepaste kunst, zoals de DSW-stoel, in verschillende EU-lidstaten verschillend worden behandeld.
Deze uitspraak heeft verstrekkende gevolgen voor de bescherming van toegepaste kunst binnen de EU. Waar landen zoals de Verenigde Staten en Japan vaak strengere of andere eisen stellen aan auteursrechtelijke bescherming van toegepaste kunst, kunnen deze werken nu rekenen op automatische bescherming binnen de EU, mits ze voldoen aan de Europese drempel voor auteursrechtelijke bescherming.
De beslissing van het HvJ-EU betekent dat Vitra in zijn recht stond om op te treden tegen Kwantum en dat de ‘Paris’-stoel inderdaad een inbreuk vormt op hun auteursrecht. Deze uitspraak is niet alleen een opsteker voor Vitra, maar heeft ook betekenis voor andere Europese producenten die werken van niet-EU oorsprong op de markt brengen.