Salone del Mobile sluit af met 302.548 bezoekers.

De 63e editie van de Salone del Mobile is zondag 13 april afgesloten met een totaal aantal bezoekers van 302.548, waarvan 68 procent geen Italiaan was. De beurs is tevreden met dit aantal.

De bezoekers kwamen uit 151 landen en dit bewijst volgens de organisatie dat de Salone de internationale meubelbeurs bij uitstek is en blijft. En dit ondanks de lastige markt en de onzekere tijden in economie en wereldpolitiek, zo klinkt het vanuit Milaan. Het aantal bezoekers komt overeen met 2023, de laatste keer dat er ook een Euroluce vastzat aan de meubelbeurs. Er stonden 2.103 exposanten uit 37 landen in Milaan, 88 procent van de ondervraagde bezoekers vond het een goede beurs, 94 procent van de deelnemers heeft aangegeven volgend jaar weer mee te doen. Dat klinkt dus als een succesvolle editie.

Chinezen vormden de grootste groep bezoekers, net als in voorgaande jaren, maar het waren er wel iets minder. De onzekere economische situatie in China wordt als reden opgevoerd voor het verminderde aantal. Er waren weer veel Europeanen, met name Duitsers, Spanjaarden en Polen. De laatste twee bevolkingsgroepen weerspiegelen exportgroei vanuit die landen: Spanje exporteerde 4,1 procent meer meubelen in 2024 en Polen 9,1 procent. Er waren ook veel Braziliaanse, Russische, Franse, Amerikaanse, Indiase en Zwitserse bezoekers. Met het Amerikaanse welles nietes tarievenverhaal op de achtergrond verwachtte de organisatie veel aanloop vanuit de Golfstaten en de Aziatische landen en dit is ook uitgekomen, mede door de inspanningen van de Italiaanse Handelsvereniging ITA. Bezoekersaantallen vanuit Japan en Zuid-Korea zaten deze keer ook in de lift.

De SaloneSatellite, het verzamelpunt voor ontwerpers jonger dan 35 jaar, trok meer studenten als bezoekers dan in 2023. De beurs vergelijkt aantallen in twee maten: Euroluce (verlichting) jaren en Eurocucina (keukens) jaren, wanneer er blijkbaar iets minder bezoekers komen. Vorig jaar was een Eurocucina jaar. Bijna 41.000 bezoekers kwamen langs bij de jonge talenten, waarvan er 700 deelnamen, uit 37 landen. Directeur Maria Porro over deze editie van de Salone: “We zijn verheugd met het aantal bezoekers in deze tijden vol uitdagingen. Voor volgend jaar willen we ons nog meer richten op bezoekers uit landen die economisch in opkomst zijn. We doen dit in samenwerking met de industrie en de stad Milaan, die vanaf januari van dit jaar het aantal bezoekers aan de stad zag toenemen.” Het is duidelijk: ook Milaan moet als beurs zwaar aan de bak om relevant te blijven in de ogen van veel bezoekers. Vandaar ook de wereldreis van Porro de afgelopen 12 maanden om mensen naar Milaan te krijgen deze keer, iets wat in de jaren van voor de pandemie volstrekt niet nodig was. Porro sluit niet voor niets af met een verhulde waarschuwing: “Ik denk dat de tijd is gekomen dat iedereen er alles aan gaat doen om er zeker van te zijn dat Milaan succesvol blijft. Het aanbod moet goed blijven en de verstoringen die de stabiliteit van de beurs op het gebied van gastvrijheid, services en impact op de burgers in gevaar brengen moeten worden geminimaliseerd.” Een cryptische omschrijving waar men veel in kan lezen.

Claudio Feltrin van de hout- en meubelfederatie FederlegnoArredo zegt: “De beurs is een rustpunt gebleken in onrustige tijden. Solide en betrouwbaar, gericht op de toekomst. We zijn dankbaar voor de vele bezoekers, met name de toename in Europese bezoekers was opvallend, en het bevestigt dat de Italiaanse meubelindustrie van groot belang blijft en nog steeds wordt gewaardeerd. Deze beurs toont Italiaanse innovatie, naast die uit andere landen uiteraard, maar de Salone als zwaartepunt voor onze industrie blijft van groot belang. Je komt als bezoeker niet naar deze beurs om de markt te volgen maar om deze te maken. We zijn dankbaar voor het succes, dat nooit vanzelfsprekend is: kijk maar naar andere beurzen die niet zijn doorgegaan dit jaar.” We weten allemaal welke beurs hij bedoelt.