‘Duurzaamheid betekent voor ons vooral dat producten lang meegaan’
‘ALS WE GOED UITLEGGEN WAAROM EEN LOKAAL GEPRODUCEERD MEUBEL BETER IS VOOR DE SAMENLEVING, ZAL DE CONSUMENT SNELLER DE JUISTE KEUZE MAKEN’
Innovatie en duurzaamheid vormen samen misschien wel de grootste uitdaging én kans in de Nederlandse meubelindustrie. Maar hoe geef je die innovatie vorm, en welke stappen moet je zetten om écht duurzaam te worden? Dirk van Deursen, innovatiemanager bij branchevereniging CBM, en Marieke van den Berg, CBM- voorzitter en directeur-eigenaar van Label Vandenberg, delen hun visie.
Tekst: Bas Hakker
Volgens Dirk van Deursen draait innovatie in de meubelindustrie niet alleen om technische ontwikkelingen, maar vooral om een nieuwe manier van denken. ‘De grootste uitdaging zit in het veranderen van het denken binnen de bedrijven zelf,’ stelt hij. ‘Het gaat niet alleen om het toepassen van nieuwe technieken, maar vooral om het creëren van bewustwording en het zetten van kleine, tastbare stappen.’ Marieke van den Berg vult aan dat de vraag naar duurzaamheid sterk afhangt van de doelgroep. ‘Wij merken dat vooral professionele klanten zoals architecten al veel bewuster bezig zijn met duurzaamheid dan consumenten,’ legt ze uit. ‘Voor consumenten komt duurzaamheid vaak pas op de tweede of derde plaats, terwijl architecten en zakelijke klanten heel duidelijk vragen naar duurzame materialen en producten die eenvoudig uit elkaar te halen zijn. Het gaat toch nog veel meer om de prijs voor consumenten.’
“BINNEN FUTURE FURNITURE FACTORY KIJKEN WE GEZAMENLIJK NAAR HOE WE PRODUCTEN MAKKELIJKER REPAREERBAAR EN RECYCLEBAAR KUNNEN MAKEN”
LANGE LEVENSDUUR
Bij LABEL/Vandenberg, dat de meubels volledig in Nederland produceert, is duurzaamheid diep verweven in de bedrijfsvoering. ‘Duurzaamheid betekent voor ons vooral dat producten lang meegaan,’ benadrukt Van den Berg. ‘We produceren lokaal, waardoor we ons automatisch aan strengere regels houden. Ons hele productieproces is gericht op kwaliteit en lange levensduur, want dat is uiteindelijk het meest duurzaam. Als mensen geen meubels weggooien dan is dat natuurlijk het duurzaamste.’
Een essentieel aspect waarin Van den Berg gelooft is het toegankelijk maken van reparaties. ‘We moeten ervoor zorgen dat consumenten zelf hun meubels kunnen herstellen of onderdelen makkelijk kunnen vervangen,’ stelt ze. ‘Een meubel met bijvoorbeeld een afritsbare en vervangbare hoes verlengt de levensduur enorm. Dat is praktische duurzaamheid die echt werkt. Daarom zijn we er ook druk mee bezig om dat mogelijk te maken.’
“BEDRIJVEN KUNNEN DUURZAAMHEID NIET ALLEEN BEREIKEN. DAARVOOR IS SAMENWERKING BINNEN DE GEHELE KETEN ESSENTIEEL”
SAMENWERKING
Volgens Van Deursen is een andere belangrijke stap de ketensamenwerking. ‘Bedrijven kunnen duurzaamheid niet alleen bereiken. Daarvoor is samenwerking binnen de gehele keten essentieel,’ benadrukt hij. ‘Van leveranciers van grondstoffen tot retailers, iedereen moet meedoen. Bij de CBM pakken we daarom een regisserende rol en stimuleren we samenwerking.’ Van Deursen benadrukt ook het belang van Future Furniture Factory, waar meubelfabrikanten zoals arco, Gelderland en LABEL/ Vandenberg concreet samenwerken om duurzaamheid te realiseren. Deze ‘fabriek’ is geen gebouw vol machines, maar dus een samenwerkingsverband van meubel- en woonbedrijven die samen nadenken over de toekomst van hun sector. Van Deursen: ‘Zo’n 90% van meubels bestaat uit hout, schuim en textiel. Als we die materialen circulair en duurzaam krijgen, maken we pas echt impact.’
Wat de Future Furniture Factory opvallend maakt, is dat ook concurrenten samenwerken. ‘Dat is wel echt bijzonder,’ vindt Van Deursen. ‘De bedrijven die meedoen stappen over hun identiteit heen. Ze willen leren van elkaar, en dat kan alleen als je eerlijk durft te zijn over waar je tegenaan loopt.’ Volgens hem is het tijd voor een andere manier van denken. Niet: hoe blijf ik uniek, maar: hoe blijven we als sector relevant? ‘Er komt steeds meer druk vanuit wet- en regelgeving. Bedrijven voelen: we moeten wel. En dat begint met bewustwording: waar sta je nu als bedrijf, en waar wil je over vijf jaar staan?’
KETENREGIE
De rol van Van Deursen is die van regisseur. ‘Wij helpen bedrijven om hun positie in de keten te begrijpen. Vaak weten ze niet eens precies waar hun materialen vandaan komen. Laat staan hoe duurzaam ze zijn. Je hebt kennis, tijd en soms een zetje nodig om daar grip op te krijgen.’ Toch bestaat er geen standaardaanpak, benadrukt Van Deursen. ‘Het begint bij intrinsieke motivatie. Je moet iets wíllen veranderen. Daarna gaat het om kleine stappen, quick wins. Als je het te groot maakt, haken mensen af.’ En ja, verduurzamen kost soms geld. ‘De ecologie is nog geen economie,’ zegt hij nuchter. ‘Maar kijk naar de energietransitie. Dankzij stimulerend beleid is dat inmiddels wél economische logica geworden. Hetzelfde moet gebeuren met circulaire grondstoffen. Daar zijn we nu nog niet, maar het kan.’
‘DOOR HIER SAMEN IN TE INVESTEREN, DELEN WE KENNIS EN KOSTEN EN KOMEN WE SNELLER TOT PRAKTISCHE OPLOSSINGEN’
NIET AFWACHTEN
Volgens Van Deursen is wachten op Europese regelgeving geen optie. ‘Dan loop je achter de feiten aan. Juist nu kunnen Nederlandse bedrijven invloed uitoefenen en samen standaarden ontwikkelen. Anders bepalen anderen straks de spelregels. De Future Furniture Factory is daarmee niet alleen een plek van idealen, maar ook van praktische vooruitgang. ‘Als we hier slagen, blijft de sector sterk én toekomstbestendig. En dat begint met samenwerken.’ Van den Berg vult aan: ‘Binnen Future Furniture Factory kijken we gezamenlijk naar hoe we producten makkelijker repareerbaar en recyclebaar kunnen maken. Door hier samen in te investeren, delen we kennis en kosten en komen we sneller tot praktische oplossingen. Deze collectieve aanpak maakt het mogelijk om de hele keten, van leveranciers tot retailers, erbij te betrekken en stappen vooruit te zetten.’
De uitdaging ligt volgens Van Deursen en Van den Berg vooral in het creëren van bewustwording bij de consument. ‘We moeten veel meer communiceren waarom lokale, ambachtelijke meubels duurzamer zijn. Consumenten zien vaak niet direct waarom ze voor een duurzamer alternatief moeten kiezen.’ Dat bevestigt Van Deursen. ‘Het gaat erom dat je als branche uitlegt waarom jouw product anders is. Dat vraagt storytelling, maar dan wel op een authentieke manier. Geen marketingpraatjes, maar echte verhalen over productie, ambacht en lokale economie.’ Van den Berg benadrukt daarnaast dat meubels uit Nederland niet alleen duurzamer zijn vanwege hun kwaliteit, maar ook omdat ze makkelijker te onderhouden en repareren zijn. ‘Consumenten kunnen bij problemen gewoon contact opnemen met de fabrikant. Dat is een groot voordeel ten opzichte van producten uit bijvoorbeeld Azië.’
Wat kan de overheid doen om bedrijven te ondersteunen bij deze transitie? Ze benadrukken beiden dat financiële prikkels alleen niet voldoende zijn. ‘Intrinsieke motivatie is belangrijker dan subsidies,’ aldus Van Deursen. ‘Als ondernemer moet je geloven in duurzaamheid. De financiële voordelen volgen dan vanzelf. Maar subsidies zijn essentieel om innovatie te versnellen en risico’s te verminderen.’ Beiden zien voor de toekomst veel potentieel in samenwerking binnen de branche, waarbij duurzaamheid niet slechts een verkoopargument is, maar een diepgewortelde waarde die bedrijven met elkaar verbindt.
Van Deursen: ‘De meubelindustrie staat voor grote veranderingen, maar de wil om duurzaam te innoveren is aanwezig. Als we samenwerken, kunnen we die transitie succesvol maken.’ Van den Berg vult aan: ‘Uiteindelijk gaat het erom dat we de consument meenemen in ons verhaal. Als we goed uitleggen waarom een lokaal geproduceerd meubel niet alleen beter is voor het milieu, maar ook voor de samenleving, zal de consument sneller de juiste keuze maken.’
“ALS ONDERNEMER MOET JE GELOVEN IN DUURZAAMHEID. DE FINANCIËLE VOORDELEN VOLGEN DAN VANZELF.”
Copyright
© 2025 Business Content Media Den Haag. Niets uit dit artikel of deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, elektronisch, op geluidsband of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever Business Content Media/Vakblad Interior Business Magazine.
Dit artikel is verschenen in Vakblad Interior Business Magazine, editie mei 2025. Nog geen abonnement of wilt u een abonnement cadeau geven? Mail naar linda@businesscontentmedia.nl voor de meest recente aanbieding