Van inkoopclub naar regisseur: de verschuivende rol van inkooporganisatie in de woonbranche

Bert-Jan van der Stelt

Hendrik Voortman
De Nederlandse woonbranche is in razend tempo aan het veranderen. Waar inkooporganisaties decennialang vooral dienstdeden als anonieme ‘kortingclubs’ op de achtergrond, schuift hun rol steeds meer op naar die van regisseur van samenwerking, innovatie en merkbouw. Tekst: Bas Hakker
Ondernemers verwachten niet langer alleen schaalvoordeel en factureringsgemak; ze willen mee kunnen in de snelle digitale, maatschappelijke en economische ontwikkelingen van nu. Het vraagt om visie, creativiteit en collectief ondernemerschap. Bert-Jan van der Stelt, branchecoördinator Wonen bij INretail, en Hendrik Voortman, directeur van VME, vertellen hoe de tol van de inkooporganisatie aan het verschuiven is, en waarom succesvolle formules altijd ontstaan in nauwe samenwerking met de ondernemers op de winkelvloer.
VAN KLASSIEKE INKOOP NAAR TOEKOMSTGERICHT PARTNERSHIP
Twintig jaar geleden was het simpel: inkooporganisaties verzamelden orders, regelden de facturering en onderhandelden bij leveranciers over collectieve kortingen. ‘Dat model was uniek, maar inmiddels kunnen banken of andere dienstverleners dat net zo goed, of soms zelfs beter,’ zegt Bert-Jan van der Stelt. ‘De toegevoegde waarde zat vooral in het centrale betaal- en facturatiesysteem en een deel marketing, waarmee aangesloten winkels ontzorgd werden. Maar op termijn is dat geen houdbaar of onderscheidend model meer. Er is meer nodig om ondernemers écht verder te helpen.’
Ook Hendrik Voortman ziet die verschuiving. ‘Onze rol is de afgelopen jaren veranderd van een puur faciliterende organisatie naar een strategische partner. Waar we vroeger vooral ondersteuning boden op het gebied van inkoop en marketing, zijn we nu veel meer betrokken bij formuleontwikkeling, digitalisering, merkpositionering en data-gedreven ondernemen. Retail verandert snel, consumenten zijn kritischer, digitale oriëntatie is het startpunt geworden van de customer journey, en merken moeten echt waarde toevoegen. Daarom denken we tegenwoordig mee over winkelconcepten, omnichannel strategieën, klantbeleving en rendement. De tijd van alleen schaalvoordeel bieden is voorbij.’
NIEUWE VERWACHTINGEN: HET COLLECTIEF ALS GROEIMOTOR
De ondernemer van nu verwacht veel meer dan alleen korting en gemak. ‘Retailers willen een onderscheidende formule of merk waarmee ze lokaal relevant blijven. Het concept en er enthousiast mee aan de slag gaan. ‘Een goede formule ontstaat altijd vanuit een duidelijke visie op de markt, consumententrends en strategische kansen,’ stelt Voortman. ‘Die visie ontwikkelen wij, op basis van marktdata, retailinzichten en ervaringen uit het veld.
Maar een formule leeft pas echt als ondernemers zich erin herkennen en de motor van het succes willen zijn. Het succes staat of valt bij hun commitment en ondernemerschap. Daarom begint de lancering bij ons, maar de kracht en praktijktoets ligt altijd bij de ondernemer. Een formule moet ruimte bieden voor persoonlijke invulling, zonder de kracht van het collectief te verliezen.’
Bert-Jan van der Stelt vult aan: ‘Je moet samenbouwen, niet top-down opleggen. De mooiste formules zijn samen met ondernemers ontwikkeld. Neem succesvolle concepten als Trendhopper, Profijt of Superkeukens: dat zijn formules waar ondernemers structureel betrokken zijn bij de ontwikkeling, marketing en inrichting. De ondernemer kent zijn lokale markt als geen ander. Alleen door continu samen te werken en naar elkaar te luisteren, ontstaat er een concept dat echt werkt. Voor het collectief én voor de individuele ondernemer.’ Wat is het geheim? ‘Een formule is meer dan een logo of winkelinterieur. Het is een totaalconcept met een merkbelofte, een kloppend assortiment en een herkenbare klantbeleving, zowel fysiek als online. Maar het allerbelangrijkste: het moet relevant zijn voor de lokale consument. De ondernemer brengt het concept tot leven in zijn regio. Zonder hun inzet is zelfs het beste concept kansloos. Daarom moet je als organisatie ook durven luisteren en ruimte bieden voor eigen accenten. De kracht van het collectief zit juist in die balans tussen centrale sturing en ondernemerschap op de vloer,’ zegt Voortman.
‘JE KUNT ALS ONDER- NEMER HEEL VEEL WILLEN, MAAR NIET IEDEREEN IS EEN JOHAN CRUIJFF’
REGISSEUR VAN DATA, SAMENWERKING EN RENDEMENT
De druk op marges en rendement maakt dat de behoefte aan samenwerking alleen maar toeneemt. ‘Een hogere marge is absoluut noodzakelijk, gezien de stijgende kosten voor lonen, energie en digitalisering. Je bereikt dat alleen door slimme keuzes en collectieve inkoop, maar vooral door samen sterke formules te bouwen en efficiënt te werken. De uitdaging is om het rendement per vierkante meter te verhogen, juist in een markt waar de groei niet meer vanzelf komt,’ aldus Voortman. Volgens Van der Stelt vraagt dat om een nieuwe rol: ‘Je moet als inkooporganisatie veel meer een regisseur zijn van het collectief. Je blijft faciliteren, maar gaat sterker sturen op richting, innovatie en samenwerking. Denk aan data-oplossingen per winkel, AI-gestuurde klantcommunicatie, duurzame formules en flexibele modellen met meer ruimte voor ondernemerschap. Alleen wie de stap weet te maken van korting regelen en centraal betalen naar het bouwen aan merken, data en innovatie, blijft relevant in een markt die nooit stilstaat.’
‘WE ZIJN STEEDS MEER EEN GIDS’
Copyright
© 2025 Business Content Media Den Haag. Niets uit dit artikel of deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, elektronisch, op geluidsband of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever Business Content Media/Vakblad Interior Business Magazine.
Dit artikel is verschenen in Vakblad Interior Business Magazine, editie september 2025. Nog geen abonnement of wilt u een abonnement cadeau geven? Mail naar linda@businesscontentmedia.nl voor de meest recente aanbieding

