Verhuurders zouden mild moeten zijn met hun huurverhogingen voor winkeliers de komende zomer. Vanwege de aanhoudende inflatie dreigt deze verhoging in sommige gevallen op te lopen naar 10 procent. De oproep tot mildheid komt van verschillende brancheverenigingen.

Omdat een huurverhoging vaak wordt gekoppeld aan de consumentenprijsindes (wat is een consument kwijt aan maandelijks levensonderhoud) loopt een huurverhoging dus in gelijke pas met de inflatie van de prijzen voor de kosten voor boodschappen en energie. De oorzaak van de inflatie is overbekend: de oorlog in het Oosten. Huurverhogingen gaan traditioneel in per 1 juli of 1 augustus, ook voor winkeliers. Maar waarbij de huren in de vrije sector voor consumenten worden gekoppeld aan stijgingen over de afgelopen 12 maanden is dit bij de verhuur van winkelpanden over de afgelopen vier maanden. De impact van de oorlog in Oekraïne is dus veel groter voor winkeliers.

INretail, Bovag, MKB-Nederland en Koninklijke Horeca Nederland waarschuwen dat de 9 tot 10 procent verwachte huurverhoging gaat gelden voor 15.000 winkeliers. Daarom pleiten zij voor het hanteren van een kerninflatie als basis voor een huurverhoging, waarin sterk schommelende factoren als juist de prijzen voor levensmiddelen en energie niet zijn meegenomen. Bovendien betalen winkeliers al verhogingen voor energiekosten, deze meeberkenen in de huurverhoging zou dus dubbelop zijn. Zonder de gestegen prijzen voor levensmiddelen en energie komt de index neer op 3,5 procent in plaats van 10 procent, evengoed nog een verdubbeling van het percentage dat in 2021 werd gesteld.

Omdat vanaf oktober detaillisten ook hun uitgestelde belastingen weer moeten gaan betalen verwachten de brancheverenigingen een stijging van het aantal faillissementen. Ze weten dat de oproep via een open brief tot mildheid geen juridische basis heeft maar doen een beroep op begrip bij verhuurders. Het wordt hoe dan ook polsstokhoogspringen wat betreft het betalen van de huur voor veel winkeliers dit jaar.