Waar de Salone del Mobile dit jaar niet echt uitblonk in het benadrukken van duurzaam design (waar dat vorig jaar nog een echt thema was tijdens de beurs) wijst de organisatie van de grootste meubelbeurs van Europa nu op het belang van duurzaam produceren.
De World Commission on Environment and Development (WCED) introduceerde het concept van sustainable development (duurzame ontwikkeling) voor het eerst in 1987 in een rapport met de titel Our Common Future, waarin met klem werd voorgesteld om het handelen van mensen zo te sturen dat het milieu er zo weinig mogelijk last van zou hebben. De noodzaak om duurzaam te produceren (energie, voedsel, objecten, diensten en nog veel meer) werd toen al voorgesteld, bijna 40 jaar geleden. Pas nu is de roep erom groter dan ooit, waarschijnlijk omdat we steeds meer de gevolgen van met name klimaatverandering aan den lijve ondervinden.
Terugdringen, hergebruik en recyclen, in- en uit elkaar nemen, het gebruik van schone en hernieuwbare energie, het tegengaan van giftige emissies, bewust kiezen voor bepaalde materialen, certificeren en minder materialen in producten toepassen zijn begrippen die inmiddels gemeengoed zijn, ook bij het ontwerpen van meubelen. Welek technieken en welke strategie is er nodig om duurzame producten te ontwerpen (en te verkopen)? Aan de ene kant is het verlengen van de levensduur van producten een oplossing: hierbij draait het om solide, kwalitatief hoogstaande materialen en technologie die nodig is om een voorwerp te maken. Zodat het product niet snel vervangen hoeft te worden. Hiermee hangt ook het uiterlijk samen: tijdloos zonder te modieus (en dus te kortstondig aantrekkelijk) te zijn. Hierbij hoort ook de mogelijkheid om onderdelen te vervangen of te repareren zodat het voorwerp niet direct weggegooid hoeft te worden. En het moet dus ook nog eens lang kunnen meegaan in de veranderende smaak van een interieur. Een designklassieker doet dit overigens al.
Ontwerpen zodat een voorwerp eenvoudig uit elkaar gehaald kan worden draagt bij aan duurzaamheid, niet alleen vanwege de mogelijkheid tot repareren maar ook door het voorwerp zo te ontwerpen dat het materiaal dat beschadigd is en vervangen wordt (en niet meer opnieuw kan worden gemonteerd) goed kan worden weggegooid. En met goed wordt hier bedoeld: afval als basis voor een nieuw product. Daarom moeten we zoveel mogelijk af van lijmen als verbinding en teruggaan naar onderdelen die zonder verlijming inelkaar haken. Minder componenten zijn er dan nodig en we moeten eigenlijk ook af van de onnodige afwerking van het oppervlak van materialen wat het uit elkaar halen en hergebruiken van materialen ook bemoeilijkt, zo stelt de Salone vast.
Deze strategie van sustainable design slaat op ruwe en half verwerkte materialen in een keten waarin ook plaats is voor mogelijkheden van producten en materialen aan het einde van het gebruik door consumenten. Opnieuw invoeren in de productieketen, dus. Design, productie, assembleren, verdelen, verkopen, gebruiken en hergebruiken maken allemaal deel uit van deze keten. Het einde van een object en er wat mee te doen moet al deel uitmaken van het design van het voorwerp. Bij panelen voor de interieurbouw is dit al gemeengoed. Afval wordt opnieuw gebruikt voor akoestische panelen die op hun beurt na hun levensduur ook weer verwerkt kunnen worden tot materiaal dat terugkeert in de keten. Het is het begrip circulair gebruik, dat veel wordt gebruikt en helaas vaak ten onrechte.
Deze benadering is gericht op bedrijfsprocessen en het meten van impact van bedrijven, niet de individuele prestaties van producten. Een goede, diepgaande en objectieve analyse van hoe iets wordt gemaakt en wat dit kost aan energie, materialen, vervuiling en hoe transport en logistiek kunnen worden geoptimaliseerd om vervuiling vanuit die hoek ook te minimaliseren. Daarnaast kan dan worden gekeken naar de carbon footprint van het product zelf, al vanaf designniveau. Maar een duurzaam ontworpen product vervuilend laten maken, opslaan en transporteren is niet zinvol, aldus de beursorganisatie. LCA (Life Cycle Analysis, hoe lang gaat een product mee) en EPD (Electronic Product Dossier: wwar komt het product vandaan, door wie is het op welke wijze gemaakt en welke materialen zijn er toegepast) moeten deel uitmaken van de bedrijfscultuur in de meubelindustrie, zo klinkt het vanuit Milaan. Mooie en wijze woorden, maar gezien de geringe nadruk op duurzaamheid tijdens de afgelopen editie wel een beetje mosterd na de maaltijd.
De foto’s bij dit bericht zijn achtereenvolgens van Tacchini (de Flock, helemaal bovenaan), Arper (Aava 02), Flos (Parentesi 50) en Alias (Laleggera Hide Leather). salonemilano.it