Laurens Dassen..

Voor retailondernemers dreigt een extra kostenstijging als het aan politieke partij Volt ligt. Woensdag stemt de Tweede Kamer over een voorstel om het minimumjeugdloon sneller en verder te verhogen — tot grote zorgen van INretail.

“Lonen moeten bepaald worden aan de cao-onderhandelingstafel tussen werkgevers en vakorganisaties. Zeker als het om jeugdlonen gaat,” stelt Paul E. Grotenhuis van INretail. “Laat sociale partners het vertrouwen krijgen om dit in de cao te regelen.”

Volt: sneller en verder omhoog

Aanleiding voor de discussie is een motie van Volt-Tweede Kamerlid Laurens Dassen (foto), waarin wordt voorgesteld het minimumjeugdloon al per 1 januari 2026 met 20% te verhogen, een jaar eerder dan het kabinet beoogt (1 januari 2027). Volgens ondernemersorganisatie INretail kan deze versnelde verhoging funest uitpakken voor de sector. “De afgelopen drie jaar stegen de lonen in de retail al met 40%,” waarschuwt de branchevereniging. “Nog eens een versnelde verhoging legt extra druk op de werkgeverslasten en wakkert de inflatie aan.”

Opleiding voorop

INretail wijst erop dat meer dan 90% van de jongeren tot 21 jaar die in de retail werken, daarnaast een opleiding volgt. Bovendien werkt gemiddeld nog geen 3% van deze jongeren fulltime. “Opleiding staat voorop en niet werk,” benadrukt Grotenhuis. “Daar waar jongeren wel kiezen voor werk, blijkt uit salarisonderzoek dat werkgevers vaak al hogere lonen betalen dan het minimumjeugdloon.”

De kern van het pleidooi van INretail is duidelijk: laat de politiek niet op de stoel van de cao-partijen zitten. “Het is aan werkgevers en vakbonden om hierover afspraken te maken,” aldus Grotenhuis. “Politieke inmenging in het loonoverleg ondermijnt dat proces en is onnodig.”