Thuiswerken als blijvende factor: de impact op de projectmarkt 
Toen in het voorjaar van 2020 het thuiswerken in korte tijd de norm werd, stond de projectmarkt bestaande uit bedrijven die zich bezighouden met kantoorinrichting, bouw, interieur en faciliteiten – voor een enorme omslag. Wat begon als een noodgreep tijdens de coronacrisis, is uitgegroeid tot een structurele verandering in hoe we werken en hoe we onze woon- en werkomgeving inrichten. Vier jaar later is duidelijk dat thuiswerken geen tijdelijk fenomeen was, maar een blijvend onderdeel van de werkcultuur. En dat heeft de projectmarkt ingrijpend veranderd. Tekst: Bas Hakker
Thomas van der Biezen, co-founder van OPUS Pods, zag het gebeuren vanuit zijn eigen woonkamer. In zijn loft in Eindhoven werkte hij samen met zijn vriendin aan de eettafel. ‘Ik vond dat thuiswerken verschrikkelijk,’ vertelt hij. ‘We zaten met z’n tweeën in één ruimte. Te weinig plek, te veel afleiding.’ Zijn compagnon had wél een aparte werkkamer en was veel positiever. Dat contrast bracht Van der Biezen op een idee: als zij al tegen die ruimteproblemen aanliepen, dan gold dat ongetwijfeld voor veel meer mensen. Samen met zijn zakenpartner ontwikkelde hij compacte, goed geïsoleerde tuinstudio’s die als kantoor aan huis konden dienen. Het idee sloeg direct aan. In de eerste maanden verkochten ze via digitale visualisaties hun eerste modellen en binnen een paar maanden stonden er al tientallen in tuinen door heel Nederland. De urgentie was groot: mensen werkten opeens vier tot vijf dagen per week thuis en hadden behoefte aan een plek waar ze ongestoord konden werken.
EEN NIEUWE MARKT: DE THUISWERKRUIMTE
Wat begon als een praktische oplossing voor een tijdelijke situatie, groeide uit tot een volwaardige nieuwe markt. ‘In de beginfase kochten mensen onze pods vooral uit noodzaak,’ zegt Van der Biezen. ‘Maar nu is het huiswerken onderdeel geworden van hun werkleven. Juristen, bankmedewerkers: mensen die weten dat ze de komende dertig jaar waarschijnlijk altijd deels thuis zullen werken.’ Daarmee veranderden ook de wensen van klanten. Waar aanvankelijk een eenvoudige werkplek voldoende was, groeit de vraag nu naar comfortabele, luxe en multifunctionele ruimtes. ‘Waar we twee à drie jaar geleden misschien één op de tien pods met sanitair verkochten, is dat nu één op de vier,’ vertelt Van der Biezen.
‘Mensen gebruiken de ruimte niet alleen om te werken, maar ook om gasten te laten logeren of om kinderen een plek te geven. Het is onderdeel van de woonruimte geworden.’ Ook de financiering professionaliseerde. Banken zijn bereid om deze investeringen mee te nemen in hypotheken, en ondernemers leasen de ruimtes zakelijk. Daarmee werd thuiswerken niet alleen een leefstijlverandering, maar ook een serieuze bouw- en financieringsmarkt.
WERKGEVERS BEWEGEN MEE
Aan de andere kant van de markt zag Hans Haarman van Gispen hoe bedrijven hun rol begonnen te herdefiniëren. ‘Voor corona zaten mensen gewoon aan de keukentafel met een oude Ikea-stoel en een laptopje,’ vertelt hij. ‘Maar naarmate het thuiswerken langer duurde, zagen bedrijven dat dit leidde tot fysieke klachten en verminderde productiviteit. Ze zijn het serieuzer gaan nemen’. Steeds meer grote organisaties, zoals gemeenten en onderwijsinstellingen, reserveerden budgetten voor thuiswerkplekken. Medewerkers kregen bedragen tussen de 750 en 1500 euro om een ergonomische werkplek aan te schaffen. Gispen faciliteerde dat met speciale portals waarop werknemers zelf meubels konden kiezen.
Ook nam het belang van goede bureaustoelen, schermen en accessoires sterk toe. ‘Het thuiswerken werd professioneel,’ zegt Haarman. ‘Werkgevers zagen in dat het structureel werd.’ Gispen bleef wel vooral een B2B-speler. De werkgever bleef de opdrachtgever, maar de levering vond steeds vaker plaats bij medewerkers thuis. Daarmee vervaagde de grens tussen projectmarkt en consumentenmarkt: professionele kantoorinrichting kwam letterlijk in de woonkamers terecht.
‘VOOR CORONA ZATEN MENSEN GEWOON AAN DE KEUKENTAFEL MET EEN OUDE IKEA-STOEL EN EEN LAPTOPJE’
VERANDERENDE ROL VAN KANTOREN
De verschuiving naar hybride werken heeft ook het kantoorlandschap zelf veranderd. Haarman: ‘Geconcentreerd individueel werk doen mensen thuis. Naar kantoor komen ze om te overleggen, te brainstormen of voor sociale interactie’ Kantoren zijn minder ingericht als kantoortuinen en meer als ontmoetingsplekken, met zachte zithoeken, koffiebars en informele overlegplekken. Het kantoor is steeds meer een ‘buurthuis’ geworden, een plek waar collega’s elkaar ontmoeten in plaats van waar iedereen de hele dag achter zijn scherm zit. Dit heeft directe gevolgen voor de projectmarkt. De vraag naar traditionele werkplekken is afgenomen, terwijl er meer wordt geïnvesteerd in belcellen, vergadercabines en sociale ruimtes. Gispen ontwikkelde bijvoorbeeld speciale akoestische boxen waarin medewerkers rustig kunnen bellen of online vergaderen, producten die voor de pandemie nauwelijks bestonden, maar nu standaard onderdeel zijn van veel kantoorinrichtingsprojecten.’
STABILISATIE EN NIEUWE BALANS
Vier jaar na de grote omslag lijkt de thuiswerkmarkt zich te stabiliseren. Van der Biezen ziet dat mensen gemiddeld één extra thuiswerkdag per week hebben ten opzichte van vóór corona. ‘Dinsdag en donderdag zijn de drukste kantoordagen, woensdag en vrijdag werken mensen vaker thuis,’ zegt hij. Ook Haarman herkent dit patroon. ‘Bedrijven verwachten meestal dat mensen twee of drie dagen per week op kantoor zijn. Meer dan dat wordt het niet. Thuiswerken is ingeburgerd en medewerkers zien het inmiddels als een recht.’ Voor de projectmarkt betekent dit dat er een nieuwe evenwichtssituatie is ontstaan. De enorme piekvraag tijdens de pandemie is voorbij, maar de structurele behoefte aan hybride oplossingen blijft bestaan. Er is een constante stroom aan opdrachten voor thuiswerkplekken, verbouwingen van kantoren en de inrichting van flexibele werkplekken.
INNOVATIE EN VERBREDING
De opkomst van thuiswerken heeft ook innovatie gestimuleerd. Bedrijven als Opus en Gispen ontwikkelden nieuwe producten en diensten: van luxe tuinkantoren tot ergonomische pakketten en mobiele vergaderunits. Bovendien ontstonden er nieuwe samenwerkingsvormen tussen bouwbedrijven, interieurleveranciers en werkgevers om complete oplossingen te bieden. Van der Biezen noemt verhuizen hun ‘grootste concurrent’. Omdat de woningmarkt krap is, kiezen veel mensen ervoor om hun huidige woning uit te breiden met een tuinkantoor in plaats van te verhuizen. ‘Als je toch een ton moet overbieden op een nieuw huis, dan kun je dat ook bij ons investeren en krijg je er iets voor terug,’ zegt hij. Bij Gispen denkt men na over hoe het kantoor aantrekkelijk kan blijven voor medewerkers. ‘Je kunt mensen niet meer verplichten om vijf dagen naar kantoor te komen,’ zegt Haarman. ‘Vooral jongeren willen flexibiliteit. De taak aan ons is om kantoren zo te ontwerpen dat mensen er wíllen zijn.’
TOEKOMSTPERSPECTIEF
Hoewel de markt inmiddels een zekere stabiliteit heeft bereikt, blijven er vragen over de toekomst. Kunstmatige intelligentie en automatisering kunnen bijvoorbeeld de aard van kantoorwerk veranderen. Van der Biezen merkt op dat vooral kantoorbanen in de toekomst mogelijk veranderen door technologische ontwikkelingen. Tegelijkertijd blijft er een tekort aan personeel, wat de vraag naar flexibele werkvormen voorlopig in stand houdt. Voor de projectmarkt is de les helder: thuiswerken is geen tijdelijke hype gebleken, maar een structureel onderdeel van de werkomgeving.
Dat vraagt om flexibiliteit, innovatie en een bredere blik op waar en hoe werk wordt gedaan. Kantoren blijven belangrijk, maar hun rol verandert. Woningen worden deels werkplekken en bedrijven moeten investeren in beide om aantrekkelijk te blijven voor werknemers. De opkomst van thuiswerken heeft de projectmarkt blijvend veranderd; er is een nieuwe markt ontstaan voor thuiswerkoplossingen, terwijl kantoren sociale ontmoetingsplekken worden. Bedrijven als Opus en Gispen laten zien hoe ondernemers en projectinrichters zich aanpassen aan deze hybride realiteit. De pandemie is alweer een tijdje voorbij, maar de fundamentele verschuiving blijft en vormt een blijvend speelveld voor innovatie en groei.

Thomas van der Biezen
‘JE KUNT MENSEN NIET MEER VERPLICHTEN OM VIJF DAGEN NAAR KANTOOR TE KOMEN’
Copyright
© 2025 Business Content Media Den Haag. Niets uit dit artikel of deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, elektronisch, op geluidsband of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever Business Content Media/Vakblad Interior Business magazine.
Dit artikel is verschenen in Vakblad Interior Business magazine, editie oktober 2025. Nog geen abonnement of wilt u een abonnement cadeau geven? Mail naar linda@businesscontentmedia.nl voor de meest recente aanbieding

