Afscheid van hectiek en deadlines

Vanaf 1997, dus dit jaar 25 jaar, heeft Arne Zwierink leidinggegeven aan Zwierink Standbouw in Almelo. Samen met zijn broer is hij de tweede generatie in het familiebedrijf dat in 1987 door vader Zwierink werd gestart. Maar vanaf 1 december start een nieuwe fase in de loopbaan van Arne: in Oostenrijk, een land dat hij van jongs af aan goed kent, gaat hij appartementen verhuren aan toeristen en deze mensen entertainen met feestavonden en wandelingen door de omgeving. “Na 25 jaar willen mijn vrouw en ik iets gaan doen wat we echt leuk vinden. Ik blijf zijdelings betrokken bij het bedrijf, maar weet dat het in goede handen is van mijn broer en zijn rechterhand Marco Luijten.”

Zwierink Standbouw werd in 1987 door vader en moeder Zwierink opgericht. “Mijn vader was interieurbouwer in het bedrijf van zijn vader en zou eigenlijk dat bedrijf overnemen. Maar hij is via via in de standbouw terechtgekomen en vond dat veel leuker. Het vak heette toen nog officieel tentoonstellingsbouw en zo is hij voor zichzelf gestart: hij bouwen en mijn moeder deed de verkoop.” In 1995, de zaken verliepen voorspoedig, werd er een nieuw pand gebouwd in Enschede, en verhuisde het bedrijf vanuit Boekelo het dorp waar de familie vandaan komt. Twee jaar later overleed de moeder van Arne en zijn broer: “Mijn broer zat al in het bedrijf, ik studeerde nog aan de HTS. Ik heb toen de verkoop overgenomen, ben afgestudeerd en ging werken bij een aannemer want ik wilde de bouwwereld in. Ik bleef de verkoop bij het bedrijf van mijn vader en mijn broer erbij doen. Toen ik een groot project verkocht dat een kwart van de jaaromzet was heb ik besloten toch in het familiebedrijf te stappen, dat was in 1997.”

Uitbreiding
Arne wilde weg uit Enschede en het bedrijf terugverhuizen naar Boekelo maar dat bleek veel lastiger dan gedacht: “In 2001 moesten we uitbreiden, die ruimte was er niet in Enschede. Ik wilde terug naar ons dorp, maar daar konden we niet terecht. Toen heb ik wel 10 gemeenten aangeschreven. Pas een jaar later was er plek in Almelo en daar zijn we nog steeds gevestigd. We begonnen met 2.000 vierkante meter, in 2009 werd dit verdubbeld tot 4.000 vierkante meter en sinds 2016 zitten we op 6.000 vierkante meter.” De afgelopen jaren groeide het bedrijf uit tot bijna 40 medewerkers. Toen brak de pandemie uit: “De trein kwam tot stilstand. Ik werkte soms 100 uur in de week en dacht: wil ik dit nog? Ik deed het operationele werk en nu het werk ineens stilviel door de pandemie kon ik nadenken. Dit is een super hectische branche, met alleen maar deadlines voor het opbouwen en afbreken. Ik vind het na 25 jaar wel mooi geweest.”

‘De trein kwam tot stilstand. Ik werkte soms 100 uur in de week en dacht: wil ik dit nog?’

Dus was dit het moment voor een omslag. “Ik had al onroerend goed in Oostenrijk, een land waar we van jongs af aan al komen. Ik zei tegen mijn vrouw: waar worden we blij van? Ze zei: Oostenrijk. Het liet ons niet los. Dus zeiden we: we gaan het gewoon doen.” Hij gaat nu eens per maand terugkomen naar Nederland om de zaken door te nemen. “Ik zie het reizen niet als een probleem, sterker nog, ik vind het leuk. Ik heb het ook altijd gedaan voor het werk, we reizen met het bedrijf heel Europa door naar beurzen.”

‘We begonnen met 2.000 vierkante meter en sinds 2016 zitten we op 6.000 vierkante meter’

Overvloed
Het tot appartementen omgebouwde pension wordt geen Bed & Breakfast, zo benadrukt hij: “Ik heb geen zin om iedere dag ontbijt te serveren en alles weer op te ruimen. Het worden 5 appartementen waar mensen zelf koken. Mijn vrouw en ik zorgen voor extra entertainment, dat past bij ons. We willen Tiroler avonden organiseren en ik ga wandelingen in de omgeving maken met de gasten als zij daar prijs op stellen.

We gaan dingen doen waar we zin in hebben. Mijn broer neemt de dagelijkse leiding van het bedrijf over, samen met Marco Luijten die mede-eigenaar wordt.” Hoe is de twee jaar pandemie verlopen voor Zwierink Standbouw? “In een week waren we 70 projecten kwijt. Ik dacht: hoe lang houden we dit vol? Gelukkig hadden we alles al afbetaald en waren de kosten relatief laag, maar het werk stond stil. Medewerkers moeten toch doorbetaald worden. Ik heb alle overvloed weggesneden uit het bedrijf en de organisatie gestript tot onze kernactiviteiten. Gelukkig konden we een beroep doen op de overheid voor het doorbetalen van loonkosten. En de medewerkers hebben veel creativiteit getoond door in veel gevallen tijdelijk elders te gaan werken, we hebben hen daarbij geholpen. Ze zagen de noodzaak in van deze tijdelijke verandering. Dat is de kracht van dit bedrijf, iedereen is betrokken. Ik heb zelf ook altijd meegewerkt en iedereen geholpen en dat kweekt ook loyaliteit.” In de twee jaar pandemie is er afscheid genomen van 10 medewerkers. Inmiddels trekt de markt voor stands weer aan en zijn veel medewerkers teruggekeerd. “Ook dat werkt in ons voordeel, wij hebben nog de timmermensen en schilders waar andere bedrijven nu weer naar op zoek zijn.”

Beste reclame
Op het moment van schrijven is Arne net terug uit Parijs (Maison et Objet) waar het bedrijf de stand voor Richmond Interiors heeft verzorgd. “We krijgen inmiddels zoveel aanvragen dat we zelf kunnen kiezen voor wie we werken. Dat is niet arrogant bedoeld, maar het zorgt er wel voor dat de klant en wij van elkaar weten wat we aan elkaar hebben. Dat we van niets of niemand afhankelijk zijn is ook ons onderscheid, we doen alles zelf. Van design tot afwerking tot transport tot onze reclameafdeling. We kunnen hierdoor heel snel schakelen en het maakt ons redelijk uniek.

Onze naamsbekendheid is ook groot vanwege het eigen wagenpark: zie je drie trucks van hetzelfde bedrijf op de parkeerplaats staan, of je haalt hen in onderweg, dan is dat de beste reclame die er is. Mensen onthouden de naam die op die trucks staat.” Het bedrijf heeft nu ongeveer 30 medewerkers, nieuwe mensen zijn lastig te vinden zo erkent hij: “Maar het komt wel goed, zoals altijd tot nu toe. We hebben een goede naam in de regio als werkgever. Mensen weten dat ze bij ons geen nummer zijn, dat we een hecht team zijn met aandacht voor mensen. Nogmaals, dit is een hectisch beroep en als leidinggevende is het de taak om de rust zoveel mogelijk te bewaren, onzekerheid weg te nemen. Soms lijk ik meer psycholoog dan werkgever.”

Verhuizen, niet emigreren
Arne kijkt naar de huidige ontwikkelingen: dure containers, grondstoffen uit het Oosten die weggevallen zijn, hoge brandstofprijzen en gedaald consumentenvertrouwen. “Toch denk ik dat het niet zo slecht voor ons vak gaat worden als tijdens de pandemie, slechter dan dat kan gewoon niet.”

‘We gaan in Oostenrijk dingen doen waar we zin in hebben’

Op 1 augustus begint het gezin met de appartementen te verhuren in Oostenrijk, de officiële datum van operationeel zijn is 1 december. “We hebben kinderen van 9 en 11 jaar oud, die gaan na de zomer daarnaar school. Het is denk ik een voordeel dat ze nog zo jong zijn, ze gaan zich snel aanpassen zo verwachten wij. En bevalt de keuze voor Oostenrijk niet? Dan zijn we zo weer terug. Ik zie het dan ook niet als emigreren. Dat doe je wanneer je geen andere keuze meer hebt. Ik zie deze stap als verhuizen op lange afstand en we hebben er veel zin in!”

Dit artikel is gepubliceerd in Interior Business Magazine, editie april 2022.

Copyright
© 2022 Business Content Media Den Haag. Niets uit dit artikel of deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, elektronisch,  op geluidsband of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever Business Content Media/Interior Business Magazine.