Traditioneel publiceert Fedustria, de federatie van Belgische hout-, textiel- en meubelindustrie, het jaarrapport over de Belgische meubelindustrie tijdende de Meubelbeurs Brussel. De Belgische fabrikanten hebben dit jaar tot de zomer een heropleving beleefd, daarna is de omzet afgekoeld.

Het eerste en tweede kwartaal van 2020 stonden in het teken van de lockdown, vandaar dat de cijfers over de eerste twee kwartalen van 2021 een stuk beter waren: 1.1719 miljoen euro, meer dan 25 procent beter dan in 2020. Ook de investeringen en de export tikten hoger aan dan in de eerste helft van 2020, waarbij Frankrijk, Nederland en Duitsland nog steeds de voornaamste bestemmingen voor Belgische meubelen zijn.

Net als overal zorgde de lockdown uiteindelijk voor meer bestedingen aan het huis en het interieur bij onze zuiderburen. De tweede helft van 2020 en de eerste helft van 2021 was dit effect goed merkbaar, maar na de afgelopen zomer is de vraag naar interieurproducten licht teruggelopen, zeker nu er weer gereisd mag worden. De federatie wacht dan ook mede de teneur van de Meubelbeurs af om te kunnen bepalen of er een echte significante teruggang in de vraag te noteren valt voor de tweede helft van 2021.

De daling in 2020 ten opzichte van 2019 was aan het eind van het jaar redelijk klein: iets meer dan 1 procent. Maar de kantoormeubelen gingen door het verplichte thuiswerken toch onderuit met minus 6.7 procent. Meubelen voor thuis daalden in omzet met bijna 2 procent, matrassen/ bedbodems en keukenmeubelen zaten in de plus in 2020. De Belgische meubelindustrie omvatte in 2020 725 bedrijven met in totaal 9.906 medewerkers en een omzet van 2.07 miljard euro.

Een uitgebreid verslag over de cijfers van de Belgische meubelindustrie staat in het komende nummer van Interior Business Magazine.