De ontwikkeling van de outlet

“JE MOET ALTIJD KIJKEN NAAR WAT ER GEVRAAGD WORDT DOOR DE CONSUMENT. ZIJN ER LEUKE ACTIES NODIG? WERKT EEN BEPAALD MERK NOG? WAT KUNNEN WE ANDERS DOEN?”

 

Outletwinkels zijn niet meer weg te denken uit het retail-landschap. Waar ze ooit begonnen als plekken waar fabrikanten hun overtollige voorraden verkochten, zijn ze inmiddels uitgegroeid tot volwaardige retailconcepten met een sterke merkidentiteit. Robert Rulof, oprichter van Loods 5, en Harold Fischer van Woonstore delen hun visie op de evolutie van de outletformule. Tekst: Bas Hakker

Ik kwam voor het eerst in aanraking met het outletconcept toen ik in Amerika was,” vertelt Rulof. “Daar had je destijds die Factory Outlets, enorme hallen waar je rechtstreeks van de fabrikant kon kopen. Ik vond dat idee fascinerend en vroeg me af of dat in Nederland zou werken. We zijn toen klein begonnen, met een locatie in Zaandam in 1999. Dat groeide al snel uit tot wat Loods 5 nu is.” Vandaag de dag bestaat Loods 5 uit een vijf vestigingen en een extra zaak in Zaandam voor de garagesale. Volgens Fischer was de oorspronkelijke opzet dat merken en groothandels een stuk winkelvloer huurden en daar hun eigen producten neerzetten.

“Wij leveren in principe de vloer, het pand, de traffic en de locatie. Zij vullen het met hun spullen, en wij handelen de verkoop en de bezorging.” Toch veranderde de consumentenvraag, en daarmee ook het concept. “Wat je ziet, is dat mensen niet alleen op zoek zijn naar restpartijen van bekende merken, maar ook naar betaalbare meubels die normaal misschien net te duur zijn.” Daarom werd besloten een deel van de winkel in te richten als kortingsoutlet, met kortingen tot 60%. “Zo kunnen we niet alleen klanten een mooie deal bieden, maar geven we leveranciers ook de mogelijkheid om sneller van hun voorraad af te komen.”

“TOEN IEDEREEN DACHT DAT ONLINE HET EINDE VAN FYSIEKE RETAIL ZOU BETEKENEN, ZAGEN WIJ JUIST KANSEN. MENSEN WILLEN MEUBELS ZIEN, VOELEN, ERVAREN. MAAR ZE WILLEN OOK GEMAK”

 

VAN OUTLET NAAR RETAILPLATFORM

Loods 5 is ook veel meer geworden dan een plek waar je goedkope spullen koopt. “Als voetballer begin je natuurlijk ook niet in de top,” zegt Roelof. “Je begint ergens mee en dan leer je veel bij en wordt beter. Zo is dat ook bij ons gegaan. We zijn een hybride model geworden. We verhuren ruimte aan merken, maar hebben ook eigen collecties en spelen in op trends. Onze winkels zijn niet zomaar magazijnen vol meubels, maar inspirerende ruimtes waar je echt ideeën opdoet.” Deze verschuiving vraagt om een andere manier van denken. “Vergelijk het met Coolblue. Zij zijn ooit begonnen als een simpele online elektronicawinkel, maar hebben inmiddels een ijzersterk merk neergezet. Ze verkopen geen tv’s, ze verkopen “de beste keuze voor jou”. Dat doen wij ook.

We zijn niet alleen een plek waar je meubels koopt, we zijn een merk dat staat voor inspiratie en kwaliteit. We koppelen het merk aan de consument en wat er daartussen gebeurt is voor de consument niet zichtbaar.” Fischer legt ook uit hoe de zaak is veranderd in de loop der tijd. “Een Woonstore zonder horeca is voor ons geen Woonstore meer. Mensen komen vaker langs, nemen een kop koffie, twijfelen over een aankoop en beslissen dan ter plekke.” Dit draagt volgens Fischer bij aan het succes en zorgt ervoor dat klanten vaker terugkomen. Ondanks de veranderingen blijft de kern van Woonstore overeind. “We willen geen groot concern worden met meerdere vestigingen. We houden het huiselijk en toegankelijk. Dat is wat ons onderscheidt van de rest.”

“TOEN IEDEREEN DACHT DAT ONLINE HET EINDE VAN FYSIEKE RETAIL ZOU BETEKENEN, ZAGEN WIJ JUIST KANSEN. MENSEN WILLEN MEUBELS ZIEN, VOELEN, ERVAREN. MAAR ZE WILLEN OOK GEMAK”

VERGELIJKING MET BIJENKORF EN COOLBLUE

Loods 5 heeft, net als Bijenkorf en Coolblue, een duidelijke identiteit opgebouwd. “Bijenkorf doet dat op een high-end manier: exclusiviteit, luxe, een premium ervaring. Coolblue is juist klantgericht en efficiënt. Roelof: “Wij zitten daar tussenin, maken design en kwaliteit toegankelijk, maar wel met een flexibel model.” De flexibiliteit zit “m in hoe Loods 5 het aanbod samenstelt. “We hebben geen standaard winkelindeling. Een merk kan ruimte huren en daar zijn eigen spullen neerzetten, maar we bieden ook eigen producten aan.

Dat hybride model zorgt ervoor dat we altijd kunnen inspelen op wat werkt, het gaat om de vraag en niet om het aanbod. Het is geen traditioneel winkelconcept waarin alles vastligt.” Fischer merkt dat deze flexibiliteit ook belangrijk is voor de toekomst van Woonstore. “Als ondernemer moet je altijd bezig zijn met de toekomst, met nieuwe plannen en veranderingen. Je moet continu blijven vernieuwen en de consument blijven triggeren met nieuwe dingen,” zegt hij.

Het oorspronkelijke idee van Woonstore was om merken en groothandels een plek te geven om hun producten direct aan consumenten te verkopen. Maar dat concept alleen was niet genoeg om langdurig succesvol te blijven. “Je moet altijd kijken naar wat er gevraagd wordt door de consument. Zijn er leuke acties nodig? Werkt een bepaald merk nog? Wat kunnen we anders doen?” Ook de samenwerking met leveranciers vereist flexibiliteit. “Wij luisteren naar wat zij nodig hebben. Wat kan er beter? Wat zijn de trends? Als wij daar niet in meegaan, wat is dan het voordeel?” Die balans tussen klant en leverancier is volgens Fischer cruciaal.

Daarnaast spelen economische schommelingen een rol. “In mindere tijden, zoals na corona, moet je meedenken met je leveranciers,” zegt hij. “Hoe kunnen we dit samen aanpakken? Dat is het voordeel van ons model: wij kunnen snel schakelen en direct aanpassingen doen.” Fischer is ervan overtuigd dat deze flexibiliteit de sleutel is tot succes. “De basis van ons concept blijft overeind, maar het gaat erom hoe je ermee omgaat. We moeten samen werken aan het genereren van traffic en het gelukkig maken van de consument.”

“WE HOUDEN HET HUISELIJK EN TOEGANKELIJK. DAT IS WAT ONS ONDERSCHEIDT VAN DE REST”

GROEIEN

Loods 5 blijft ondertussen groeien, terwijl veel retailconcepten het lastig hebben. “Wij hebben altijd keuzes gemaakt die ons wendbaar houden,” zegt Rulof. “Toen iedereen dacht dat online het einde van fysieke retail zou betekenen, zagen wij juist kansen. Mensen willen meubels zien, voelen, ervaren. Maar ze willen ook gemak. Dus zijn we gaan experimenteren met online concepten en digitale platformen.” Volgens de eigenaar van Loods 5 draait succes om flexibiliteit, een sterke merknaam en het creëren van een eigen markt. De focus ligt nu op de naam Loods 5 zelf. “Vroeger draaide het om de merken die ruimte huurden, nu draait alles om onze eigen uitstraling. McDonald’s promoot ook geen Coca-Cola, ze promoten McDonald’s.”

Daarnaast heeft Loods 5 zich bewust in het middensegment gepositioneerd, met kwalitatieve producten en een sterke presentatie. In plaats van alleen op bestaande marktbehoeften in te spelen, creëert het bedrijf die nu zelf. “We kopen grond, bouwen panden en gebruiken ze voor onze eigen winkels. Zo bouwen we letterlijk onze eigen markt.” Ook digitaal zet Loods 5 grote stappen. “Binnenkort lanceren we een platform waar klanten hun eigen spullen kunnen verkopen. Een soort Amazon voor interieur. Door deze mix van een sterk merk, strategische keuzes en constante innovatie blijft Loods 5 zich onderscheiden.

Wij zijn geen standaard winkel, maar blijven meebewegen en daardoor blijven we bestaan.” Fischer legt uit dat de rol van marketing enorm is veranderd in de retailsector en dat dit een belangrijke verandering is geweest voor Woonstore. “Voorheen genereerde de traffic zichzelf, maar dat werkt niet meer in deze tijd. Mensen verwachten dat er online aandacht wordt gegeven aan wat er te koop is.” Waar vroeger mond-tot-mondreclame en spontane bezoekers voldoende waren, is het nu noodzakelijk om actief zichtbaar te zijn via verschillende kanalen. Leveranciers stellen ook steeds hogere eisen aan marketinginspanningen.

“Tegenwoordig vragen merken: wat is het bereik van Woonstore in de regio? Hoe kunnen we dat aanpakken?” Dit betekent dat Woonstore niet alleen een fysieke plek biedt aan merken, maar ook een marketingplatform is geworden. Social media speelt daarin een cruciale rol. We moeten zorgen dat mensen ons online zien, dat ze weten wat voor acties en producten er zijn. Het is een belangrijk onderdeel geworden van het hele concept.”

“WIJ ZIJN GEEN STANDAARD WINKEL, MAAR BLIJVEN MEEBEWEGEN EN DAARDOOR BLIJVEN WE BESTAAN”

 

De toekomst van de outlet 

Volgens Rulof ligt de toekomst van outletwinkels in aanpassings- vermogen. “De kern blijft dat we een platform zijn: een plek waar merken en klanten samenkomen. Maar de manier waarop verandert voortdurend. Soms draait het om fysieke winkels, soms om online, soms om nieuwe concepten zoals kunstverkoop of tweedehands design.” Fischer ziet in de flexibiliteit de sleutel tot succes: “Als je vasthoudt aan een star model, red je het niet meer. De consument verandert, de manier van winkelen verandert, en wij moeten mee veranderen. Maar zolang je een sterk merk neerzet en een unieke ervaring biedt, is er altijd toekomst.”

 

Copyright
© 2025 Business Content Media Den Haag. Niets uit dit artikel of deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, elektronisch,  op geluidsband of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever Business Content Media/Vakblad Interior Business Magazine.

Dit artikel is verschenen in Vakblad Interior Business Magazine, editie maart 2025. Nog geen abonnement of wilt u een abonnement cadeau geven? Mail naar linda@businesscontentmedia.nl voor de meest recente aanbieding