Fedustria vraagt maatregelen omwille van de negatieve gevolgen van de oorlog in Oekraïne, onder andere verlenging soepele regeling tijdelijke werkloosheid tot minstens eind 2022. Fedustria is de Belgische federatie van de textiel-, hout- en meubelindustrie.

Sinds het begin van de oorlog in Oekraïne op 24 februari 2022 zijn de economische perspectieven in de textiel-, hout- en meubelindustrie drastisch verslechterd. In een recente bevraging van de lidbedrijven stelde Fedustria vast dat de conjunctuur volledig is omgeslagen. Fa Quix, directeur-generaal: “Waren de bedrijfsleiders over januari-februari 2022 nog eerder optimistisch, met slechts 9 % van de bedrijven die vonden dat de omzetontwikkeling achterop bleef op de verwachtingen, dan denkt in juni liefst 66 % van de bedrijven dat de omzet lager zal uitvallen dan verwacht bij het begin van het jaar.” Op de foto hierboven staat Fa Quix links.

De vraag werd ook gesteld naar de situatie nu in vergelijking met de coronaperiode en de lockdowns die de bedrijven ook hebben getroffen. Niet minder dan 55 % van de respondenten geven aan dat de economische situatie nu erger is dan tijdens de coronapandemie, 27 % zegt ‘even erg’. Torenhoge energie- en grondstoffenprijzen blijven boosdoenersDe fors gestegen energieprijzen baren grote zorgen, maar ook de nog steeds historisch hoge grondstoffenprijzen. Deze grondstoffenprijzen dalen nog steeds niet. 70 % van de bedrijven ziet zijn grondstoffenprijzen momenteel nog steeds verder stijgen. Daarnaast meldt nog eens 25 % dat de grondstoffenprijzen weliswaar niet verder stijgen, maar op een zeer hoog peil stabiliseren.

 

In tegenstelling tot 2021 slagen de bedrijven er steeds moeilijker in om deze prijsstijgingen in hun verkoopprijzen door te rekenen: amper 12 % van de bedrijven zegt dat ‘volledig’ te kunnen doen, de helft van de bedrijven doet het ‘grotendeels’, maar 30 % ‘slechts voor een klein deel.’ Deze laatste groep moet dus substantieel inboeten op de marges.

Daarnaast werd de vraag gesteld naar de sterke stijging van de loonkosten als gevolg van de inflatie en de automatische loonindexering – nu al +8 % op minder dan een jaar tijd in de meeste productiebedrijven. Daarmee zijn we weer een nieuwe loonkostenhandicap aan het opbouwen. Voor 52 % van de antwoordende bedrijven is dat een ‘groot probleem’, waarbij amper 5 % van de bedrijven die gestegen
loonkosten volledig kunnen doorrekenen in hun verkoopprijzen. 63 % antwoordt dat ze die gestegen loonkosten slechts ‘gedeeltelijk kunnen doorrekenen’. Dat betekent bijgevolg dat zowat twee op de drie bedrijven hun verkoopmarges in belangrijke mate zien afkalven, en hun winstgevendheid extra onder druk komt te staan.

Het is dan ook niet verwonderlijk dat 20 % van de bedrijven meldt dat ze verwachten mensen te zullen moeten laten afvloeien, al zal dat in vier op de vijf gevallen om een beperkt aantal gaan (minder dan 10 % van het personeelsbestand, en vaak slechts enkele medewerkers per bedrijf). Toch zou ook bijna één op twee bedrijven mensen aanwerven, al was het maar om diegenen die met pensioen gaan – ‘de babyboomers’ – te vervangen. Niettemin blijft het vinden van nieuw personeel een groot probleem voor 6 op de 10 bedrijven.

Omwille van de sterk vertragende conjunctuur zullen liefst 71 % van de bedrijven nog nood hebben aan tijdelijke werkloosheid. Het is dan ook onbegrijpelijk dat de federale regering blijkbaar zou beslissen om het soepele systeem van tijdelijke werkloosheid overmacht-corona/Oekraïne niet te verlengen na 30 juni, net nu de bedrijven er écht nood aan hebben omdat de economische situatie in 1 op de 2
bedrijven nu erger is dan tijdens de coronacrisis.

Fedustria vraag nadrukkelijk om dit systeem te verlengen tot minstens het einde van 2022. Bovendien herhaalt de federatie haar eis om dringend maatregelen te nemen om de torenhoge energiekosten te doen dalen. Fa Quix, directeur-generaal, vervolledigt: “Het idee om op Europees vlak een ‘cap’ in te stellen op de gasprijzen verdient daarbij alle prioriteit. Desgevallend moet België afzonderlijk maatregelen in die zin treffen.”