Op 7 en 8 februari hield het ETC Design Center in Culemborg de voorjaarsbeurs, deze keer zonder consumentendag.  De nasleep van de pandemie deed de organisatie besluiten om deze te schrappen. Aan de tevredenheid van de meeste deelnemers in Culemborg over de aanloop op de maandag en dinsdag deed dit geen afbreuk.

Op maandag 7 februari waren er in ieder geval tot de lunch veel bezoekers in het centrum en de stemming was over het algemeen zeer positief. Opvallend was op het eerste gezicht de tweedeling in kleuren van meubelstoffering die gaande is: enerzijds veilige kleuren als grijs, donkerbruin en taupe, anderzijds het vasthouden aan frisse, lichte tinten als wit en sand.

Wat betreft de zithoogten lijkt er ook een tweesporenbeleid gaande te zijn in de interieurmode. Enerzijds is al een aantal jaren het eten aan hogere tafels op barkrukken, net als in dat gezellige restaurant, een trend. Maar zoals op iedere beweging volgt een tegenbeweging: laag zitten onder het mom van relaxen. Ook het eten gebeurt op steeds lagere stoelen aan steeds lagere tafels, met Japan en de Arabische wereld als inspiratiebron. Dat Nederlanders nog steeds gemiddeld langer worden en toch al gemiddeld een van de langste volken ter wereld zijn wordt ondergeschikt gemaakt aan de trend: laag zitten, bijna liggen, en dit uren volhouden is hoe het hoort op dit moment.  Ook banken zitten in deze hoog/laag spagaat: of op ranke, hoge poten waardoor de bank lijkt te zweven of zo laag bij de grond en zo zacht en diep dat zitten meer wegheeft van een bubbelbad of drijfzand. Hoog of laag, barkruk of reusachtige sofa: textiele stoffering voert de boventoon en stiknaden mogen worden gezien als teken van ambacht en als tastbare sfeermaker. Uiteraard is bijna iedere bank zo comfortabel, zeker in een chaise longue module, dat de afstand tot een bed steeds kleiner wordt.

Een uitgebreid verslag van deze beurs leest u in het komende nummer van Interior Business Magazine