Fedustria heeft de cijfers van de Belgische meubelindustrie over 2023 en de eerste helft van 2024 bekendgemaakt en de resultaten zijn niet rooskleurig, zoals verwacht. Aangetast concurrentievermogen en een zwakker vraag naar Belgische meubelen liggen ten grondslag aan deze omzetdaling, aldus de Belgische federatie voor de textiel- , hout- en meubelindustrie.
De kerncijfers van de Belgische meubelindustrie waren in 2023 als volgt: 702 bedrijven, 9.559 medewerkers, een omzet van 2,1 miljard euro, een waardedaling van 7 procent ten opzichte van 2022, een exportpercentage van 57 procent en een aandeel van 35 procent in de totale Belgische houtindustrie.
Voor de eerste helft van 2024 kan daarop worden aangevuld: een daling in omzet in vergelijking met de eerste helft van 2023 van 7,8 procent (1.023,1 miljard euro), een daling in de investeringen van bijna 16 procent en een lage bezettingsgraad van de productiecapaciteit van 70 procent. Lichtpuntje is de zeer lichte stijging van de export van Belgische meubelen van 0,4 procent. Hierbij valt op dat Nederland de tweede plaats is kwijtgeraakt aan Duitsland als exportmarkt, Frankrijk blijft het voornaamste land van bestelling en bestemming. De import steeg echter ook met 1,1 procent.
In de meubelindustrie daalde de omzet in 2023 met 7 procent in waarde, na een stabilisatie (-0,4 procent) in 2022, en bereikte 2,1 miljard euro. Het productievolume daalde met 10,9 procent, terwijl de afzetprijzen met 3,9 procent stegen. De gestegen verkoopprijzen in 2023 zijn het gevolg van de gedeeltelijke doorrekening van hogere grondstof-, materiaal-, energie- en loonkosten.
Keukenmeubelen is de enige productgroep die de omzet in 2023 op peil kon houden (+0,8 procent in waarde); dit door een stijging van de verkoopprijzen met 8,6 procent. Het productievolume daalde met 7,8 procent. Alle andere productgroepen binnen de meubelindustrie kenden zowel een omzetdaling in waarde als in volume. Het woonmeubilair kende een omzetdaling met 5,5 procent in waarde en 11,0 procent in volume. De omzet van kantoor- en winkelmeubelen (-14,6 procent in waarde en -15,8 procent in volume) en matrassen en bodems (-11,7 procent in waarde en -13,8 procent in volume) viel fors terug zowel in waarde als volume.
Mede door de zwakke bouwactiviteit, bleef de vraag laag met een vergelijkbare situatie op de exportmarkten. Tijdens het eerste semester van 2024 ging de omzet verder achteruit met 7,8 procent in waarde en met 7,1 procent in volume. De omzet van alle productgroepen daalde zowel in waarde als volume.
De Belgische uitvoer van meubelen (inclusief doorvoer) daalde in 2023 met 10,8 procent. 88,9 procent van de uitvoer van meubelen gaat naar de EU-markt, waar de leveringen 11,6 procent achteruitgingen. De verkoop aan Frankrijk, met een aandeel van 32,4 procent de belangrijkste exportmarkt, en Nederland, met 24,4 procent de tweede belangrijkste exportmarkt, viel fors terug met respectievelijk 23,7 en 11,1 procent. Op de Duitse markt, met 19 procent de derde belangrijkste klant, stegen de leveringen evenwel met 14,9 procent.
Het Verenigd Koninkrijk verloor zijn plaats als de belangrijkste exportmarkt buiten de EU (aandeel 2,5 procent) aan de Verenigde Staten (aandeel van 2,9 procent), ingevolge de exportstijging op de Amerikaanse markt met 13 procent; dit terwijl de export naar het Verenigd Koninkrijk daalde met 10,6 procent.
Tijdens het eerste semester van 2024 bleef de meubeluitvoer stabiel (+0,4 procent). De leveringen op de Europese markt daalden evenwel met 1,9 procent: Frankrijk -13,0 en Nederland -11,5 procent. Doordat de uitvoer naar Duitsland toenam met +46,4 procent wordt dat land nu dus de tweede belangrijkste afzetmarkt voor Belgische meubelen.
De invoer van meubelen lag in 2023 12,7 procent lager. De daling van de invoer uit China zet zich verder (-8,1 in 2022 en -14,9 procent in 2023). Toch blijft China met een aandeel van 26,4 procent, de belangrijkste en zeer dominante leverancier van meubelen op onze markt. De Nederlandse (aandeel 15,9) en Duitse (aandeel 12,7) meubelinvoer daalde met respectievelijk 4,1 en 10,2 procent. Polen is de vierde belangrijkste leverancier met een aandeel van 9,2 en hield zijn leveringen op peil (-0,7 procent). Tijdens het eerste semester van 2024 steeg de meubelinvoer dus met 1,1 procent. Er kwam een einde aan de dalende Chinese invoer. De meubelinvoer uit China steeg met +16,2 procent in het eerste semester van 2024 ten opzichte van dezelfde periode van 2023.
In 2023 waren 9.559 werknemers actief in de meubelindustrie. Ten opzichte van 2022 is dit een daling met 204 werknemers of 2,1 procent ingevolge faillissementen. Tijdens het eerste kwartaal van 2024 ging de tewerkstelling verder achteruit tot 8.933 werknemers: -8,9 procent ten opzichte van dezelfde periode in 2023. Het niveau van bestellingen in de meubelhandel in 2024 blijft zwak. Vooral in de eerste vier maanden lag het niveau van de bestellingen duidelijk onder dat van 2023. Ook in juli-augustus daalden de bestellingen. Gecumuleerd voor de eerste 8 maanden lagen de bestellingen 2,8 procent lager dan in 2023.
Vooruitzichten tweede semester 2024:
Na een historisch dieptepunt midden 2022 ingevolge de energiecrisis herstelden zowel het Belgisch als Europees consumentenvertrouwen in 2023. Tijdens de eerste 9 maanden van 2024 lag het Belgische en Europese consumentenvertrouwen doorgaans hoger dan in 2023. De conjunctuurcurve van de meubelindustrie die het ondernemersvertrouwen weergeeft en zo’n 3 maanden voorloopt op de werkelijke economische activiteit, bleef begin 2024 hangen op een uiterst laag niveau. In augustus-september verbeterde het ondernemersvertrouwen duidelijk.
De hogere hypotheekrente en gestegen prijzen maakte bouwen fors duurder. Naar verwachting zal de bouwactiviteit zich in 2024 nog niet herstellen en lichtjes verder dalen; wat ook zijn weerslag heeft op de meubelindustrie. Het verwachte aantrekkende Europese herstel in de tweede helft van dit jaar zou een positief effect op de meubelexport kunnen hebben. Het verzwakte concurrentievermogen maakt de Belgische bedrijven evenwel minder competitief op de exportmarkten.
De periode van lagere conjunctuur waarmee de meubelsector, net als vele economische sectoren overigens, wordt geconfronteerd, belet de bedrijven niet om verder het pad in te slaan van duurzaamheid, circulariteit en innovatie/productontwikkeling en zich voor te bereiden op de toekomst. Mede in het licht van wetgevende initiatieven, zoals de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid, wordt versterkt ingezet op bv. ecodesign en “design for disassembly”, wat hergebruik en recyclage van materialen en grondstoffen mogelijk maakt. Een voorloper daarop is zonder twijfel de matrassensector waar steeds vaker circulaire oplossingen worden aangeboden op de markt. Belgische fabrikanten nemen hierin een vooraanstaande rol in en dienen vaak als voorbeeld voor hun Europese collega’s. Het is nu zaak om ook de consument bewuster te maken van het belang van deze circulaire en ecologisch verantwoorde oplossingen en producten.
De voorbije jaren ligt de focus ook steeds meer en meer op duurzaamheid. Terwijl de Europese Houtverordening, die in 2013 van kracht werd, de focus legde op legaliteit, geeft de invoering van de Europese Ontbossingsverordening (European Union Deforestation Regulation), nu allicht met een jaar uitgesteld, hieraan nog een extra boost. Naast het legale, wordt nu immers ook de duurzame herkomst van het hout in rekening gebracht. Bovendien is het zo dat ook zitmeubelen, die eerder waren uitgesloten van de verplichtingen van de houtverordening, voortaan ook onder deze wetgeving vallen. Voor importeurs, maar ook exporteurs, zal dit tot extra maatregelen en verplichtingen leiden om zowel legaliteit als duurzaamheid van de aangeboden producten te garanderen. Fedustria staat haar leden met raad en daad bij in dit dossier en werkt hiervoor nauw samen met de Europese koepelfederaties CEI-Bois (European Confederation of Woodworking Industries) en EFIC (European Furniture Industries Confederation).
Het mogelijke uitstel van de verplichtingen met één jaar -het Europees Parlement moet nog fiat geven- mag de marktoperatoren er zeker niet toe verleiden de voorbereidingen op de nieuwe verplichtingen op te schorten of te vertragen. In tegendeel: Fedustria spoort haar leden aan deze bijkomende maanden te gebruiken om zich terdege voor te bereiden.
Met initiatieven zoals het trendplatform WATF (Woodcrafts and Textile Futures) en de STEM-tool TWIINZ.WORLD, uitgerold in samenwerking met Youth marketing agency Trendwolves, wil Fedustria jong talent laten kennismaken met en toeleiden naar de sector. Voor het tweede jaar op rij werd begin oktober een Trendrapport gepubliceerd, nu met een focus op “augmented creativity”, met daarin een heleboel inspirerende voorbeeldcases uit de sector. Via TWIINZ.WORLD kunnen 10- tot 14-jarigen in een virtuele wereld creatief aan de slag met 3D-producten van Fedustria-lidbedrijven om zo hun eigen droomwereld te creëren.
Belgische meubelproducenten zijn daarnaast volop op zoek naar nieuwe marktopportuniteiten, zeker ook in het buitenland. Groepsdeelnames aan beurzen onder de vlag van ‘Belgian Furniture powered by Fedustria’, zoals bijvoorbeeld in Milaan of in het Midden-Oosten, effenen daarvoor de weg. Maar ook de Meubelbeurs Brussel biedt daartoe opportuniteiten, met bijvoorbeeld een bijkomende focus op het aanbod aan buitenmeubilair via het “Outdoor island” .
Fedustria besluit licht optimistisch: “Het uitstel van de meubelbeurs Keulen begin 2025, tenslotte, zal hopelijk Duitse en andere inkopers de weg naar Brussel doen inslaan. We zullen ze alvast met open armen ontvangen.” De eerste effecten waren tijdens deze editie van de Meubelbeurs Brussel al merkbaar: meer Duitse gesprekken in de wandelpaden.