Het Groninger Museum wordt 25 dit jaar, dat wil zeggen: de huisvesting ontworpen door Alessandro Mendini (1931-2019). Het museum eert de architect en ontwerper met een overzichtstentoonstelling waar de oude meester nog aan gewerkt heeft tot kort voor zijn overlijden dit jaar. Mondo Mendini – The World of Alessandro Mendini  (12 oktober tot en met 5 mei 2020) bevat naast het eigen werk van de Italiaan ook werk van kunstenaars met wie hij zich verwant voelde in creativiteit en humor; twee kenmerken van Mendini zelf

Meer dan twee jaar geleden gaf het museum de architect en ontwerper de vrije hand om de expositie samen te stellen. Zo kunnen we kijken naar een drie meter hoge versie van de Poltrona di Proust, de stoel met de gekleurde stippen (op de foto en uit de collectie Fondation Cartier). Ook aanwezig: Anna G, de vrolijke kurkentrekker die voor Alessi ontwierp. Van juwelen tot architectuur, van huishoudelijke objecten tot grote sculpturen, Mendini maakte van alles zonder onderscheid tussen hoge en lage kunst. Deze postmoderne houding kreeg veel navolging. Over de rijkdom van zijn oeuvre zei hij ooit: “Mijn werk is als een roman waarin serieuze zaken, pijn, komedie en dichtkunst naast elkaar staan. En mijn objecten zijn tragikomische personnages.”

Geheel in lijn hiermee koos Mendini voor de tentoonstelling een aantal geestverwanten en inspiratiebronnen (waarvoor hij de bewondering nooit onder stoelen of banken stak). Er zal werk te zien zijn van Paul Signac, Wassily Kandinsky, Henri Matisse en Oskar Schlemmer, architectuurontwerpen van Theo van Doesburg en Gerrit Rietveld, objecten van Italiaanse designers als Gio Ponti, Michele De Lucchi en Gaetano Pesce, en recente schilderijen van de Amerikaan Peter Halley.