FNV en CNV Vakmensen hebben ingestemd met het eindbod dat op 15 maart is gedaan door de onderhandelingsdelegatie namens werkgevers voor een tweejarige cao. Dt meldt het CBM in haar nieuwsletter.

De cao afspraken houden het volgende in:

Een cao met een looptijd van 24 maanden van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2021.

Gedurende deze looptijd worden de daadwerkelijk betaalde lonen en de lonen in de loonschalen op 1 mei 2021 met 2% en op 1 september 2021 met 1,5% verhoogd.
Werkgevers die het tijdelijk financieel lastig hebben, wordt de mogelijkheid geboden om in overleg met de Ondernemingsraad/PVT of een meerderheid van het personeel en met schriftelijke instemming de loonsverhogingen in 2021 tijdelijk om te zetten in vrije tijd. Indien de extra verlofdagen niet kunnen worden opgenomen voor 1 januari 2022, moet schriftelijk de afspraak gemaakt worden of de waarde van de uitgestelde loonsverhoging wordt uitbetaald of als verlof behouden wordt. Met ingang van 1 januari 2022 dient het loon alsnog verhoogd te worden met de bovengenoemde percentages.

Om werknemers een beter perspectief op een goede loonontwikkeling te bieden, zullen we samen onderzoek doen naar verbetering van het loongebouw. Ingangsdatum is 1 januari 2022 en zal aansluiten bij de ervaring van mensen in plaats van leeftijd. In loonschaal A tot en met E zullen minimaal 2 ervaringsjaren aan de functies gekoppeld worden. Voorts zal het functiegebouw uitgebreid worden met functiegroepen F en G. Er zal extra aandacht besteed worden aan loonschaal A in verband met de hoogte van het wettelijke minimumloon.

In het kader van de verbetering van de duurzame inzetbaarheid van mensen en om mensen met zwaar werk in staat te stellen eerder dan de AOW-leeftijd te stoppen met werken, willen we afspraken maken met vakbonden over een RVU-/zwaarwerkregeling binnen het subsidiekader van de MDIEU regeling, zodat zij met ingang van 1 januari 2022 van deze regeling gebruik kunnen maken. Voorgesteld wordt om die mensen die eerder willen stoppen, die gelegenheid te geven vanaf het moment dat ze 65 jaar worden, op dat moment zwaar werk verrichten en 20 van de 25 jaar in de sector hebben gewerkt. Onder zwaar werk verstaan we werkzaamheden in de productie/montage, logistiek/transport en technische dienst. In de uitwerking van de regeling zal rekening worden gehouden met mensen die als gevolg van een fusie of wijziging van werkingssfeer van de werkgever in de referteperiode onder de cao interieurbouw en meubelindustrie zijn komen te vallen. In geval van overlijden zal de uitkering aan de nabestaande(n) toekomen. Jaarlijks zal de uitkering geïndexeerd worden conform de verhoging van de AOW. Financiering vindt plaats middels een werkgeverspremie.

In het kader van leeftijdsonafhankelijk personeelsbeleid, verbeterde arbeidsomstandigheden en verbetering van de arbeidsmarktpositie van oudere werknemers wordt voorgesteld de leeftijdsgrens om overwerk en werk in ploegendiensten te weigeren, te verhogen van 57 naar 60 jaar met ingang van 1 januari 2022. De leeftijdsgrens om nachtwerk te weigeren blijft onveranderd op 55 jaar.
Voorgesteld wordt om het recht op een 4-daagse werkweek vanaf 55 jaar met ingang van 1 januari 2022 te koppelen aan de leeftijd van 58 jaar passend bij de 80/90/100-regeling, waarin premiecompensatie pas vanaf 10 jaar voorafgaande aan de pensioenrichtleeftijd mag plaatsvinden.

Het gaat dus om een 2-jarige cao met een loonsverhoging van in totaal 3,5 % en 1,75% op 12-maandsbasis. Verder zijn er afspraken gemaakt over het verhogen van de leeftijd op een 3-tal ontziemaatregelen, het moderniseren van het loongebouw en het introduceren van een zwaarwerkregeling met ingang van 1 januari 2022. De laatst vermelde afspraak ziet de werkgeversdelegatie als een win-winsituatie die de duurzame inzetbaarheid kan bevorderen, waarbij we de aanvangsfinanciering zo veel mogelijk via het sociaal fonds laten lopen. Een premie ter financiering hiervan in de komende jaren, ziet de werkgeversdelegatie als loonruimte.