1 maart 2021 – De Europese meubelindustrie maakt melding van een algemene prijsstijging van bepaalde grondstoffen, waarmee de meubelindustrie wordt geconfronteerd in deze moeilijke periode. Een periode, waarin de sector probeert te herstellen van de gevolgen van de coronaviruscrisis. De meubelindustrie volgt en evalueert de situatie op de voet en roept de leveranciers op het nodige te doen om geen onnodige extra kosten te maken voor de levering van grondstoffen, aangezien prijsstijgingen een snel herstel van de meubelindustrie van de gevolgen van Covid-19 in de weg zullen staan. Dit meldt de EFIC. EFIC is de Europese Confederatie van de meubelindustrie en vertegenwoordigt meer dan 70% van de totale omzet van de Europese meubelindustrie, een sector die werk biedt aan 1 miljoen mensen in ongeveer 120 000 ondernemingen in de hele EU en een omzet van 96 miljard euro genereert.

”De Europese meubelindustrie levert een belangrijke bijdrage aan de EU-economie, genereert een jaarlijkse omzet van 96 miljard euro en biedt werk aan ongeveer 1 miljoen werknemers in 120.000 bedrijven in de hele EU. Meubelen zijn complexe producten en bij de productie ervan worden diverse materialen gebruikt, zoals hout, textiel, staal, glas, composietschuim of kunststoffen. De soepele werking van de industrie berust op een voorspelbare en constante aanvoer van deze materialen. De meubelindustrie heeft melding gemaakt van sterke prijsstijgingen voor bepaalde grondstoffen. De industrie roept de leveranciers van grondstoffen op het nodige te doen om een oplossing te vinden opdat geen onnodige extra kosten gemaakt worden en de prijzen te stabiliseren. Dit onder meer door fabrieksonderhoud uit te stellen tot perioden waarin de vraag lager is.”