De Woonindustrie in Nieuwegein bestaat dit jaar 30 jaar en dat wordt gevierd tijdens een speciale editie van de Voorjaarsvakdagen. Op 5, 6, 7 en 8 februari vinden de Voorjaarsvakdagen plaats, een bijzondere editie in het teken van het 30 jarig bestaan. Met ruim 200 geweldige merken biedt De Woonindustrie een totaalaanbod onder één dak op het gebied van meubelen, accessoires, textiel, domotica, verlichting, vloer-en wandbekleding, design, slapen en advies.

Wat vinden bezoekers van het dertigjarige centrum eigenlijk van De Woonindustrie? Een aantal bezoekers, actief als retailer, stylist of ontwerper, gaf antwoord op de vraag: wat is voor u de meerwaarde van De Woonindustrie?

Willemijn Willemsen (Lofthus Interiør, Bunschoten-Spakenburg): “Er staan meerdere leveranciers van ons in DWI. We zijn drie jaar geleden gestart met onze woonwinkel van 80 vierkante meter waar we ook een studio van 80 vierkante meter aan hebben toegevoegd. Ik zie de ruimte van onze leveranciers in DWI als een extra showroom om samen met klanten naar toe te gaan. Daarbij maken we het meest gebruik van de showrooms van Bodilson en Mobitec. Wij verzorgen het totaalplaatje voor de inrichting van onze klanten en door hen mee te nemen naar Nieuwegein maken we hen extra enthousiast voor de meubelen van onze leveranciers.”

Kees Sluys (Sluys Wonen, Vianen): “We zijn een middelgrote woonwinkel met een klein team en kunnen daarom niet naar alle huisshows door het hele land gaan. In Nieuwegein staan veel van onze leveranciers, bijvoorbeeld Bree’s New World, Cartel Living en Interstar. Het is handig dat zoveel van onze leveranciers onder één dak staan, deze bedrijven bezoeken we vooral tijdens de twee beursmomenten. Het is bovendien bij ons in de buurt. Ik vind De Woonindustrie een mooi centrum met een goede uitstraling en ik hoop dat dit nog lang zo mag blijven!”

Sjaak Hamstra (Sjaak Hamstra Interieurs, Lunteren): “Ik ben een interieurontwerper, we richten woningen, kantoren en winkels in, zowel in Nederland als in België. Bij het inrichten horen uiteraard meubelen en daarvoor vind ik De Woonindustrie een goede locatie om samen met klanten te bezoeken. Het is centraal gelegen, er is een uitgebreid assortiment aan producten en merken. Ik kom er zeer regelmatig met klanten, de drukke beursmomenten bezoek ik eigenlijk niet: ik zie de nieuwe collecties liever daarna uitgebreid tijdens het volgende bezoek met een klant of opdrachtgever.”

Nils Beverwijk (CASBA Wonen & Slapen met een hoofdvestiging in Zoeterwoude) ziet als grote meerwaarde van het centrum dat veel van de leveranciers er gevestigd zijn met een showroom. “Ik zie het als een clubhuis met een eigen honk voor stylisten, voor ons ook een partij waar we steeds vaker mee samenwerken en waar mooie opdrachten uit voortkomen. Twee keer per jaar gaan we in ieder geval naar de shows om de nieuwste modellen te kunnen zien al is het wel zo dat we vaak deze modellen al eerder bij de fabrieken hebben bekeken om een zekere mate van exclusiviteit te kunnen behouden. Maar de jaarlijkse beursmomenten zijn ook prima gelegenheden om nieuwe leveranciers te leren kennen.” Hij vindt dat zolang leveranciers goede en duidelijke afspraken maken met stylisten en retailers dat deze partijen elkaar alleen maar kunnen versterken: “Consumenten verwachten steeds meer advies in kleuren en trends en daarin kunnen stylisten retailers helpen. Door de mix van stylisten en retailers als bezoekers vaart De Woonindustrie een goede koers op dit moment, vind ik.”

 

Eerdere berichtgeving

DWI exposanten Stefan de Koning van ETH en Christina Kjerulff van Nordal: ‘Kom naar de jubileumeditie van de beurs’