De meubelindustrie in België kampt met moeilijke marktomstandigheden. In 2017 daalde de omzet met 6%. In de eerste helft van dit jaar zet die daling zich voort, -2,7% in verrijking met de eerste helft van 2017. De Belgen laten dat niet lijdzaam gebeuren. Er is dit jaar al extra geïnvesteerd om de toekomst positief tegemoet te kunnen, met 52 miljoen euro bijna 20% meer dan vorig jaar.

De cijfers in dit artikel komen van Fedustria, de federatie van textiel, hout en meubelindustrie in België. Nederland , Duitsland en Frankrijk zijn de belangrijkeste markten voor de industrie van de zuiderburen. De export in het afgelopen zes maanden daalde ook, maar slechts minimaal met 0,3%.

Het vertrouwen van de Belgische consument was positief gedurende vrijwel het hele jaar 2017. Een positieve weerslag daarvan op het aankoopgedrag van meubelen viel echter niet vast te stellen. In de eerste helft van 2018 viel het consumentenvertrouwen, net als algemeen in Europa, lichtjes terug.

 

Slaapmarkt herpakt zich

Terwijl de daling in 2017 zich in alle productgroepen, en dan vooral uitgesproken bij het woon-, kantoor- en winkelmeubilair manifesteerde (-7,7 tot -8,4%), temperden deze groepen verder verlies enigszins in het eerste semester van 2018 (-5,6%, resp. -2,7%). Keukenmeubelen en slaapcomfort herpakten zich in het eerste semester 2018 herpakken (+2,5%, resp. +0,1%).

Deze ontwikkeling lijkt een gevolg van de in het algemeen moeilijkere situatie voor alle interieurgebonden sectoren. Mogelijke verklaringen zijn te vinden in de onzekerheid en voorzichtigheid bij de consument door de gestegen energie- en brandstofkosten, hogere vaste kosten voor wonen, en door (internationale) politieke ontwikkelingen die leiden tot een uitstel van grotere aankopen. Daarnaast speelt de groei van e-commerce ook een rol, redeneert Fedustria.

 

Eén miljard omzet

De omzet van de Belgische meubelindustrie bedroeg net iets meer dan één miljard miljoen euro in het eerste semester van 2018, een daling met 2,7 % in vergelijking met het eerste semester van 2017. Daarmee zet de omzetdaling die in 2017 werd ingezet (-6% in vergelijking met 2016) zich jammer genoeg verder. In 2017 viel vooral het derde kwartaal sterk tegen. Rekening houdend met de afzetprijsontwikkeling bedroeg de daling in volume -4,6% tijdens het eerste semester 2018.

De daling is vooral markant in het grootste marktsegment: het woonmeubilair, dat ook reeds in 2017 een forse terugval kende. De lagere bezoekersaantallen in de Belgische meubelhandel, nog steeds de belangrijkste afzetmarkt voor veel Belgische producenten, gekoppeld aan een veranderend consumptiepatroon van de consument, speelt hierbij zeker een rol. Deze ontwikkeling is er ook bij het slaapcomfort (matrassen en bodems), echter iets minder uitgesproken. De omzet stabiliseerde daar in de eerste zes maanden, maar het volume daalde toch met een 3,6%. Keuken- en badkamermeubelen lijken zich na een dipje in 2017 te herpakken.

 

Investeringen

Tijdens het eerste semester van 2018 investeerde de Belgische meubelindustrie 51,9 miljoen euro, een toename met 19,9% in vergelijking met dezelfde periode in 2017. De investeringen stegen in alle productgroepen met uitzondering van de deelsector kantoor- en winkelmeubelen. De toename van de investeringen volgt op een jaar van lagere investeringen. Dit wijst erop dat de bedrijven een inhaalbeweging zijn gestart en zo ook hun vertrouwen in de toekomst bevestigen.

De bezettingsgraad van de productiecapaciteit in de Belgische meubelindustrie lag in de eerste 6 maanden van 2018 net boven of rond de grens van 80%. Opvallend is de terugval eind 2017 tot 75%. Dit was de afgelopen drie jaar niet meer gebeurd.

Meer export

In 2017 steeg de uitvoer van de Belgische meubelfabrikanten met in totaal 5,0%, en dit vooral door goede prestaties in de buurlanden en binnen de EU28, met uitzondering  van het Verenigd Koninkrijk.

In de eerste 6 maanden van 2018 was er globaal gezien een lichte daling met 0,3% in vergelijking met 2017. België exporteerde meubelen voor een totale waarde van 725 miljoen euro. Terwijl de uitvoer naar de landen van de Europese Unie nog met 0,5% steeg, vooral dankzij de export naar minder traditionele markten zoals Italïë, Denemarken, Zweden, Letland en Hongarije en een opvallende toename van de uitvoer naar Nederland met 5,1%, daalde de export naar landen buiten de EU.

Opvallend was de daling met 2,7% van de uitvoer naar Frankrijk, traditioneel de belangrijkste buitenlandse afzetmarkt voor Belgische producenten. Het land blijft wel goed voor een exportaandeel van 40,6%. Door de positievere resultaten op de Nederlandse markt kon dit land zijn aandeel tot net geen 30% opdrijven (29,8%). Het belang van Duitsland valt licht terug tot het lage niveau van 8,4%. 91,7% van de meubeluitvoer vanuit België gaat naar landen binnen de EU.

Noord-Amerika, en dan vooral Canada, biedt mogelijkheden voor een versterkte afzet in de toekomst. In het kader van het CETA-handelsakkoord zal de aandacht sterker worden gericht op deze markt. De uitvoer naar China steeg in de eerste helft van 2018 met liefst 28,7%.

 

Minder import

Bij de invoer van meubelen stellen we een daling vast met 2,8%. De invoer uit de Europese Unie liep terug met 1,7% tot 822 miljoen euro. Dit vertegenwoordigt een aandeel van 71,3%. Het gros van de meubelen uit de EU komt uit Duitsland, Nederland en Polen. Sterke toenames in de eerste helft van 2018 waren er uit Denemarken (+25%), Griekenland (+27,7%, Luxemburg (+99,2%), Finland (+246,1%) en Slovenië (+28,9%). Het aandeel van China in de invoer daalde lichtjes tot 17,8% (-7,4% in het eerste semester). Het land blijft wel de belangrijkste buitenlandse leverancier. De invoer uit Vietnam daalde met een kwart.