Samenwerken binnen de supply chain en daarbuiten

Sinds een aantal jaren is FABRAA actief op de interieurmarkt als leverancier van innovatieve meubelstoff en op basis van herbruikbare materialen. Inmiddels heeft het merk (als onderdeel van Textaafoam) de reputatie van een gedreven, integere en kwalitatief hoogwaardige specialist in een markt waar nog veel te winnen valt. Sustainability Manager Bart Smarius: “Ik zou graag nog meer een bundeling van kennis en netwerken willen zien bij de verschillende aanbieders van duurzame stoff en in ons land. Dus niet alleen binnen onze eigen supply chain maar juist ook met gelijkgestemde leveranciers. Door een gezamenlijke industriestandaard in het leven te roepen komen we verder.”

Het is altijd complexer om een bestaande industrie te veranderen richting een zo duurzaam mogelijk opererend model dan om vanaf nul te beginnen, zo erkent hij. “Toch zou ik het liefst de gehele industrie die kant op willen zien gaan. Met FABRAA lopen we voorop in de markt voor duurzame meubelstoffen, onze core business is en blijft het uitbrengen van collecties in een steeds duurzamere versie. De volgorde blijft, ook voorlopig nog bij ons, product, prijs en duurzaamheid. We willen vooroplopen in de trends als het gaat om materialen, kleuren en patronen die het product kenmerken. Wat betreft de prijs is de complicerende factor dat zolang het gros, de massa, van de verkochte en toegepaste meubelstoffen nog niet op duurzame basis is ontworpen onze producten altijd iets duurder zullen uitvallen. Om deze prijzen te kunnen laten dalen is er meer volume nodig. Met de huidige prijzen van de grondstoffen en onze bestaande productieprocessen kunnen we echt gaan concurreren met stoffen die niet duurzaam zijn zodra het volume nog meer gaat toenemen.”

TOEGEVOEGDE WAARDE
FABRAA wil als merk een toegevoegde waarde vormen in de beleving van de eindklant bij het toepassen van de stoffen. Bart: “We willen dat mensen zeggen bij het zien en voelen van onze stoffen: wow, wat een mooie stof en het is ook nog eens duurzaam.

Dit lukt in Nederland en de noordelijker gelegen Europese landen goed. In het zuidelijker gelegen deel van Europa zien we inmiddels gelukkig ook dat er een markt is voor duurzamere meubelstoffen, al valt in dat deel nog meer winst te behalen.” Hij benadrukt de speciale positie van de Scandinavische landen in deze transitie: “Zowel bedrijven als consumenten als de overheid zitten op hetzelfde spoor. Wellicht is dat cultureel bepaald, de aandacht voor het sparen van de natuurlijke omgeving, en misschien hangt het samen met de relatief hoge welvaart in die landen die vrij evenredig is verdeeld. Hierdoor heb je minder te maken met het argument dat duurzaam voor veel mensen simpelweg nog te duur is om naar over te stappen. In ons land is dit een veelgehoord argument vanuit de markt. We zouden baat hebben bij wetgeving die het kiezen voor vervuilende alternatieven minder aantrekkelijk maakt.”

“HET VERDUURZAMEN VAN EEN COMPLETE SUPPLY CHAIN MET ZOVEEL SCHAKELS ALS TEXTIEL IS EEN COMPLEX PROCES. MAAR HET IS WEL DE ENIGE MOGELIJKE WEG NAAR DE TOEKOMST”

MEER SAMENWERKING
Vandaar dat hij ook pleit voor nog meer samenwerking tussen partijen binnen en buiten de supply chain van textiel om samen het doel van duurzaam en herbruikbaar toepassen van materialen te bereiken. “Neem als voorbeeld het feit dat een grote partij als IKEA zich verbindt aan het doorvoeren van R-PET, dus gerecycled PET, in zoveel mogelijk producten. Dat zet wat betreft volumes en prijsontwikkeling echt zoden aan de dijk. Daarnaast heeft het ook een belangrijke signaalfunctie naar consumenten: als wij het voor jullie kunnen aanbieden kunnen jullie het je zeker veroorloven, sterker nog, er is op termijn geen andere optie meer. Wij willen als FABRAA dezelfde functie vervullen voor onze klanten en toeleveranciers maar ook voor de stoffenindustrie in zijn geheel. Samenwerken maakt de markt alleen maar groter, wanneer iedereen op zijn eigen eiland blijft zitten gebeurt dit niet.” Hij erkent dat de huidige situatie, waarbij China als massa leverancier na de pandemie weer meer in beeld komt, ook op het gebied van prijsstelling, de druk om te verduurzamen wellicht verlaagt of beslissingen daartoe uitstelt. “Maar het mag geen deal breaker zijn. Vandaar dat wetgeving die duurzame bedrijfsvoering en producten bevoorrecht en niet herbruikbare producten benadeelt zeer gewenst is. Het is de game changer. Het verduurzamen van een complete supply chain met zoveel schakels als textiel is een complex proces. Maar het is wel de enige mogelijke weg naar de toekomst. Consumenten, opdrachtgevers, retailers, projectinrichters maar ook architecten, overheden en ook wijzelf willen steeds meer inzicht in en stellen steeds meer voorwaarden aan de herkomst van onze producten, waardoor iedere schakel in de keten wel meer moet gaan verduurzamen. Want over een aantal jaren is de vraag niet waarom, maar waarom niet. Dan is het inmiddels de industriestandaard en niemand wil dan achterblijven als het slechtste jongetje van de klas.”

GEEN ALLEENRECHT OP INNOVATIES
Dus moeten stoffenleveranciers meer gaan samenwerken, zeker bij gebrek aan een overkoepelende belangenvereniging. “Laat de exclusiviteit van innovatieve productieprocessen los. Deel kennis, maak er een open platform van om op die manier zoveel mogelijk partijen te betrekken bij de transitie naar een duurzame stoffenproductie. Door de markt open te houden bereiken we sneller de gewenste schaalgroottes en krijgen duurzamere innovaties een eerlijkere kans. In het hogere marktsegment gebeurt dit al, dat is aan de ene kant logisch omdat die bedrijven prijstechnisch meer ruimte hebben om samen op te trekken dan in het middensegment waar marges altijd onder druk staan. Maar het is ook een mentaliteitskwestie.” Dus roept Bart op tot meer collectiviteit in het benaderen en beïnvloeden van de markt voor meubelstoffen in het middensegment. “We zijn net terug uit Milaan. Op de Salone del Mobile stonden diverse meubelmerken met de stoffen van FABRAA, maar bijna niemand communiceerde de voordelen van onze producten expliciet. Het lijkt alsof ze willen zeggen: de markt is er nog niet klaar voor. Dan denk ik: dit was in een noordelijker gesitueerde beurs waarschijnlijk anders opgepakt.” Het opzetten van het netwerk van wevers en garenleveranciers dat FABRAA bij elkaar heeft weten te brengen heeft veel tijd gekost maar werpt nu al zijn vruchten af in de Noord-Europese markten. “Nu gaan we de zuidelijke gebieden ook ervan overtuigen dat kiezen voor duurzaamheid, innovatie en dat met dezelfde kwaliteit als van niet duurzame stoffen ook winstgevend kan zijn.”

“WE WILLEN VOOROPLOPEN IN DE TRENDS ALS HET GAAT OM MATERIALEN, KLEUREN EN PATRONEN DIE HET PRODUCT KENMERKEN”

DRIE PIJLERS
De strategie van FABRAA is volgens Bart gebaseerd op drie pijlers: het telkens brengen van verrassende en innovatieve collecties op duurzame basis, het bieden van service en assistentie bij het verduurzamen van partners door middel van data en, hopelijk snel, wetgeving die helpt bij de transitie naar het toepassen van duurzame stoffen en als laatste: het opzetten van een open source innovatieplatform waarvan zoveel mogelijk partijen in de branche gebruik kunnen maken. “Nogmaals, dit helpt allemaal bij het bereiken van een industriestandaard die voor iedereen waardevol is. Een open platform zorgt er ook voor dat kleinere bedrijven en startups kunnen aanhaken.” De eerste pijler is evident: “Onze core business is, zoals gezegd, het aanbieden en promoten van nieuwe, aantrekkelijke en duurzame trendproducten die breed toepasbaar zijn in een breed segment van de markt.” Wat de tweede pijler betreft gaat FABRAA een tool op de website lanceren die de impact van het toepassen van de stoffen door een klant inzichtelijk maakt en zo helpt om de boodschap van duurzaamheid te communiceren. “We volgen hierin het voorbeeld van textiel in de mode industrie, waar herkomst en hergebruik, de wijze waarop textiel wordt geproduceerd, steeds transparanter worden gemaakt. Het is ook voorsorteren op wetgeving over de herkomst en samenstelling van producten die vroeg of laat zeker gaat komen. Wanneer we nu niet meegaan in die stroming staan we straks voor een voldongen feit en wordt aanpassen aan plotseling opgelegde regels een stuk lastiger.”

CONCRETE DOELSTELLINGEN
Bart ziet de behoefte van klanten om meer grip en inzicht te krijgen op de gehele supply chain sterk groeiende is. Waarbij je uiteindelijk op orderniveau moet kunnen zien hoe het zit met de herkomst van stoffen. “Dat je per schakel precies kunt herleiden: deze order is van dit garen gemaakt dat daar vandaan komt en deel uitmaakt van die betreffende productiehoeveelheid waarvan de producent aan deze en deze voorwaarden voldoet. Het moet een eerlijk en transparant verhaal zijn dat toetsbaar is voor iedereen, ook voor de consument. We delen kennis en adviseren daarom zoveel mogelijk partijen binnen ons netwerk. Als FABRAA hebben we als concrete doelstelling om in 2035 volledig duurzaam te collectioneren en te laten produceren. Hoe mooi zou het zijn wanneer we tegen die tijd als branche van stoffenleveranciers een collectief doel kunnen stellen om bijvoorbeeld 50 procent van het totale aanbod duurzaam te laten zijn. Dus nogmaals: laten we samen deze uitdaging aangaan als branche, dan weet ik zeker dat we een mooie, winstgevende en duurzame industrie om trots op te zijn, kunnen achterlaten voor volgende generaties.”

“DEEL KENNIS, MAAK ER EEN OPEN PLATFORM VAN OM OP DIE MANIER ZOVEEL MOGELIJK PARTIJEN TE BETREKKEN BIJ DE TRANSITIE NAAR EEN DUURZAME STOFFENPRODUCTIE”

Dit artikel heeft u kunnen lezen in Interior Business Magazine 5-2023. Gemist? Kijk hier voor een abonnement!

Copyright
© 2023 Business Content Media Den Haag. Niets uit dit artikel of deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, elektronisch, op geluidsband of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever Business Content Media/Interior Business Magazine.