‘Het winkelcentrum van de toekomst moet méér bieden dan winkelen’
Bij Wereldhave heerst zeker geen crisisstemming. Het vastgoedfonds zet in op winkelcentra die meer dan alleen winkels bieden, zo melden de collega’s van het NRC.

„Je zou verwachten dat het in de retail minder zou gaan. Maar het gaat nog altijd goed inderdaad.” Wereldhave-topman Matthijs Storm is opgetogen: het gaat ondanks alles best aardig op de markt voor winkelvastgoed. Ondanks alles. Want wie de economische krantenkoppen leest, zou wellicht anders vermoeden. Na de dreun van de coronacrisis met al haar lockdowns en verplichte winkelsluitingen, zorgt de hoge inflatie voor een historisch slechte stemming onder consumenten. Ook de stijgende rente is voor de vastgoedmarkt een bron van onrust. Voor wie vastgoed wil aankopen, wordt het immers duurder om geld te lenen, zodat verkopende partijen in prijs omlaag moeten.

Geen fijn moment om meerdere winkelcentra te moeten verkopen, zoals bij de beursgenoteerde vastgoedfondsen Wereldhave en Unibail-Rodamco-Westfield het geval is. Bij Wereldhave gaat het om een aantal winkelcentra in Frankrijk. Unibail zit weer met een aantal Amerikaanse malls – een erfenis van het samengaan met het Australische Westfield.

Lees hier verder bij de collega’s van het NRC.

Sector bankier Dirk Mulder, een bekende van de show, duidt het stuk als volgt:

”Het gaat nog altijd best goed met de retail. En het gaat ondanks alles aardig op de markt voor winkelvastgoed. Ondanks alles. Want wie de krantenkoppen leest, zou anders vermoeden. Na de dreun van de coronacrisis met haar lockdowns en verplichte winkelsluitingen, zorgt de hoge inflatie voor een historisch slechte stemming onder consumenten. Ook de stijgende rente is voor de vastgoedmarkt een bron van onrust. Voor wie vastgoed wil aankopen, wordt het immers duurder om geld te lenen, zodat verkopende partijen in prijs omlaag moeten.

Toch bleek bij de presentatie van de jaarcijfers van Unibail en Wereldhave de gevreesde economische crisis uiteindelijk mee te vallen. Consumenten wisten in 2022 de winkelcentra nog altijd te vinden, en hoewel winkeliers hun pandhuur met de inflatie mee zagen stijgen, steeg de bezettingsgraad bij Wereldhave tot 96,8% – het hoogste percentage sinds 2014.

In de communicatie met aandeelhouders ging het bij Wereldhave vooral over de toekomststrategie. Oftewel: full service centers. Die staan voor de toekomstvisie die Wereldhave heeft: een winkelcentrum waarin naast kledingzaken ook zorg, horeca en gezondheidscentra zijn ondergebracht.

Want dé manier om de consument naar je winkelcentrum te krijgen, is door ervoor te zorgen dat die niet alleen komt om te shoppen. Een bezoekje aan de fysiotherapeut, een sportschool of het kopen van versproducten. Dat past ook beter in de drukke agenda’s. Je hoeft voor al die dingen dan nog maar één autorit te maken.

Uiteindelijk moet een tot full service center verbouwd winkelcentrum zorgen voor meer aanloop – wat goed is voor de bezettingsgraad, de waarde van het vastgoed en uiteindelijk de huurinkomsten.

Het overdekte winkelcentrum Presikhaaf in Arnhem wordt als lichtend voorbeeld genoemd. Presikhaaf werd als eerste omgevormd tot een full service center. Sindsdien presteert het volgens Wereldhave beter dan andere centra in zijn portfolio. De bezoekersaantallen stijgen weer, tot bijna op het niveau van voor de coronacrisis.

Wie denkt aan een centrum-met-alles, zal misschien snel de Aziatische of Amerikaanse mega malls voor zich zien. Centra die door het grote aanbod de consument weglokten bij de lokale middenstand. Het gevolg: lege winkelstraten. In Nederland staat, op de door Unibail ontwikkelde Mall of the Netherlands in Leidschendam na, niets vergelijkbaars.

De full service centers zullen straks voor een deel de functies van dorpskernen verder overnemen. Toch zullen ze niet de nekslag zijn voor lokale dorpsstraten. Zo groot is het bereik niet. Zij geven juist weer een hart aan wat stillere plekken als Capelle, Hoofddorp, Nieuwegein en Heerhugowaard. Niet bepaald de hotspots voor Amerikaanse private-equitypartijen.”