Opnieuw een extra verhoging van het wettelijke minimumloon die dreigt door een motie van Tweede Kamermeerderheid tijdens de algemene beschouwingen, wordt de nekslag voor heel veel ondernemers in vooral de arbeidsintensieve sectoren. Loonkosten lopen zo uit de hand dat het verdienvermogen onder talloze ondernemingen wegvalt, voorspelt INretail directeur Jan Meerman. “Politiek populisme over de rug van ondernemers is funest voor het ondernemerschap in ons land. Het wordt onmogelijk gemaakt om op een normale manier een inkomen te verdienen. De verhogingen gaan te snel, met te grote stappen en zonder consequenties te overzien.”

Niet vol te houden 

In heel branches, en zeker in de non-food retail, krijgen werkgevers in januari opnieuw met een loonkostenstijging van meer dan 10% te maken, berekende INretail. Naast de WML-verhoging is er ook sprake van een aanpassing van de minimum uurloonnorm op basis van 36 uur en dat leidt tot 5,6% extra loonkosten voor de INretail branches.

“Nog meer stappen tegelijkertijd kunnen niet in één keer opgevangen worden,” concludeert Meerman. “In de exploitatie gaat het begrote ondernemersinkomen straks op aan de extra loonkosten die alle stijgingen vanaf januari met zich meebrengen. Dat is niet vol te houden, laat staan dat er ruimte is voor investeringen in duurzaamheid.  Ondernemingen gaan dan onderuit, werkgelegenheid verdwijnt en winkelstraten en -centra verbleken. Dat alles staat op het spel. Ik hekel politici die willen scoren vanwege de aanstaande verkiezingen en dit soort consequenties niet overdenken.”

Realiteitsbesef ontbreekt

De INretail directeur doelt op politieke partijen die tijdens de Algemene Beschouwingen over de miljoenennota 2024 samen via een motie in meerderheid een verhoging van het wettelijk minimumloon eisten. “Realiteitsbesef wat dit betekent voor ondernemingen ontbreekt totaal. Het neigt naar populisme met oog op de naderende verkiezingen op 22 november,” vindt hij. “Het hele bedrijfsleven wordt over één kam geschoren, maar een meerderheid werkt keihard voor een lager dan modaal inkomen.”

Hij rekent voor: “In non-food retail branches is de nettowinst gemiddeld 5% bij een half miljoen euro omzet. Die €25.000 die netto overblijft, is het gemiddelde inkomen van de ondernemer blijkt uit onderzoek van Panteia. Personeelskosten vormen 20% van de omzet maar die zijn straks in drie jaar tijd met 30% gestegen. Dat is 6% meer loonlasten en meer dan het inkomen van de ondernemer. Die houdt niets over, ook omdat ondernemers niet alles kunnen verrekenen in een hogere prijs.”

Andere keuzes

Meerman roept op tot meer realiteitszin en andere politieke keuzes.  “Ondernemerschap moet je als politiek stimuleren en niet de nek omdraaien. Werkgevers gunnen hun medewerkers een hoger nettoloon maar het moet betaalbaar blijven en ook een eigen inkomen is een voorwaarde voor continuïteit. Door het grote verschil tussen bruto- en nettolonen te verkleinen wordt een hoger nettoloon ook mogelijk. Dit is makkelijk te realiseren door de WW-premie 2024 op nul te zetten. Die pot telt 35 miljard euro en stroomt over. Ook moet de politiek werken aantrekkelijker maken, dat het meteen het vastgelopen toeslagensysteem op te lossen.”